Weert, Nederweert en Leudal kiezen voor een resultaatgerichte zorg- en ondersteuningsaanpak in hun gemeenten. De drie gaan elkaar ook financieel helpen en samenwerken. “De discussie over geld moet van tafel. Het moet over de zorg zelf gaan”, zegt wethouder Paul Sterk namens de drie gemeenten.
De nieuwe aanpak gaat vanaf volgend jaar in en geldt voor jeugdhulp, WMO-dagbesteding en WMO-begeleiding. De hulp bij het huishouden valt hier ook onder.
Vertrouwen
De nieuwe aanpak betekent iets voor de aanbieder. Waren er aanvankelijk honderden producten met evenzoveel prijskaartjes, straks zijn dat er veel minder. Een aanbieder kan zélf zorg of ondersteuning leveren en is daar ook volledig voor verantwoordelijk. Hij kan er ook een andere zorgaanbieder bij vragen, indien dat het beoogde resultaat ten goede komt. Maar zijn verantwoordelijkheid voor het resultaat blijft. “Uit de aanpak spreekt vertrouwen naar aanbieders”, verklaart Sterk. “We gaan ervan uit dat aanbieders het goed doen en toetsen dat tussentijds én achteraf bij mensen die zorg of ondersteuning hebben gekregen.”
Zes profielen
Hoe gaat het werken? Centraal in de aanpak is de cliënt en diens behoefte aan zorg of ondersteuning. Die behoefte wordt omschreven in de vorm van een resultaatsprofiel. Er komen twee hoofdprofielen: eentje gericht op verbetering en ontwikkeling van de situatie van de cliënt, het andere op behoud en stabilisering van de situatie van de cliënt. Daarbinnen kan de aanpak in intensiteit verschillen. Op die manier ontstaan er zes profielen. “Dit fundament is gelegd door aanbieders, cliënten en gemeenten”, licht Sterk toe.
Eerste stappen
Sterk is overtuigd: “We gaan de jeugdzorg en Wmo met deze drie gemeenten vernieuwen en beter maken voor mensen voor wie de hulp bedoeld is. Dit zijn eerste stappen. En nee, het is niet makkelijk. Alles is nieuw en budgetten zijn niet altijd toereikend. Maar we gaan het wel doen, solidair en met vertrouwen. Een voorbeeld: het aantal kinderen met bijvoorbeeld dure zorg verschilt van jaar tot jaar per gemeente. De kosten daarvan lossen we onderling op. Want wat je niet wilt, is zorgvernieuwing blokkeren door gebrek aan geld.”