Lege groenteschappen beginnen inmiddels tot een mogelijke realiteit te behoren. De aanhoudende droogte leidt in alle teelten tot ten minste een halvering van de verwachte productie. Bovendien zijn veel ondernemers op persoonlijk vlak fysiek en mentaal aan het eind van hun Latijn.
‘Al twee maanden zijn ze bijna 24 uur per dag bezig met het beschermen van de planten in temperaturen waarbij ieder weldenkend mens het een beetje rustig aan doet’, legt Léon Faassen, voorzitter van de Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB), uit. ‘Boeren en tuinders zijn niet te beroerd om de schouders eronder te zetten en als dat gebeurt met het oog op een goede opbrengst is het tot daaraan toe, maar nu gebeurt het om de schade te beperken. Het water, of beter gezegd de droogte, staat ze tot aan de lippen.’
Planten verbranden op het land of verpieteren in de grond, in de maïs ontwikkelen zich geen kolven, waardoor het gewas ongeschikt is als veevoer. Daardoor ontstaat een tekort aan veevoer, zeker in combinatie met het gebrek aan gras.
Wat wel nog van het land kan worden gehaald, is ver beneden de maat en leidt volgens Faassen voor veel bedrijven tot een financiële strop. ‘Normaal gesproken zie je dat de markt in dergelijke situaties haar werk doet. Vraag en aanbod zorgen dan voor reële prijzen. Agrarische ondernemers hebben echter vaak vaste prijsafspraken met hun afnemers en voelen dit straks rechtstreeks in de portemonnee. Bovendien ontstaat het risico dat ze niet kunnen voldoen aan de hoeveelheden producten die met de afnemers contractueel zijn vastgelegd.’
Midden-Limburg
Niets dan een droge zandgrond, wat de mogelijkheid om te beregenen cruciaal maakt. ‘Gelukkig zijn de relaties tussen het waterschap, de provincie en de LLTB dusdanig goed dat dat mogelijk is. Dat is niet in alle provincies het geval’, weet Giel van Herten, voorzitter van LLTB-regio Midden-Limburg. ‘Van de andere kant is het beregenen een noodzakelijk kwaad, dat naast een hoop kosten heel veel van de boeren en tuinders vergt. Zó hard werken bij deze temperaturen is gewoonweg niet gezond en begint écht zijn tol te eisen. Extra zuur is het dan wanneer dat harde werk en kostbare investeringen zich dan niet terugbetalen, omdat we vaak via contractteelten met gefixeerde prijzen te maken hebben.’