Natuurmonumenten lanceert deze week het Nationale Tuinonderzoek. Doel: inzicht krijgen in hoeveel ruimte de natuur krijgt en kán krijgen in onze tuinen. En deelnemers motiveren om hun tuin te vergroenen.
Ellen Luijks boswachter bij Natuurmonumenten in Limburg: “In deze rare tijden snakken mensen naar natuur. Begrijpelijk. Maar je kunt ook zelf voor natuur zorgen, in je tuin of op je balkon. Ik zie nog heel vaak tuinen waar nauwelijks een grasspriet is te bekennen. In het onderzoek vragen we mensen hoe hun tuin er nu uit ziet. Hoeveel tegels heb je, is er nestgelegenheid? Daarna vragen we of de deelnemers hun tuin willen vergroenen.”
Meedoen kan via www.natuurmonumenten.nl/tuinonderzoek. Met de antwoorden krijgt Natuurmonumenten inzicht in de staat van de Nederlandse tuin en of mensen bereid zijn om meer ruimte voor groen in hun tuin te creëren. “Misschien moeten we onze zomervakantie wel in de achtertuin doorbrengen. Ik hoop dat mensen meer dan ooit bereid zijn natuur in de tuin meer ruimte te geven. Wel zo gezellig en mooi, en nog goed voor de biodiversiteit ook. Zeker ook in stedelijk gebied.”
Natuurgebied in eigen tuin
Nederland is rijk aan verschillende landschappen: bos, kwelders, heide, stuifzand, grasland. In Nederland komen zo’n 28.000 soorten dieren voor, waaronder 200 soorten broedvogels en 20.000 soorten insecten. Al die dieren hebben unieke woonwensen. Want een bosuil overleeft niet op stuifzand, een zandhagedis niet in een beekdal en een grasklokje niet in het bos. Ook tuinen vormen een landschap waar veel dieren wonen. Huismussen, zwaluwen, vleermuizen en wilde bijen maken in of aan onze huizen hun nest. Door moderne bouwtechnieken en verstening is daarvoor steeds minder ruimte beschikbaar. Heggen maakten plaats voor schuttingen, beplanting voor bestrating. En ook eenvoudige en waardevolle grote en kleine ‘overhoekjes’ – van bladerhoop tot braakliggend weitje – worden schaars.
Biodiversiteit onder druk
Insecten nemen dramatisch af, tonen Nederlandse én internationale onderzoeken keer op keer. In ons land worden meer dan de helft van de 360 soorten wilde bijen bedreigd. De natuur in Nederland is uit balans. Zonder bomen geen bloesem, zonder bloesem geen insecten, zonder insecten geen vogels. Boswachter Ellen: “Juist die variatie is belangrijk om alles in evenwicht te houden. We hebben eindeloos veel privétuinen en daar werkt het precies hetzelfde: hoe meer variatie, hoe beter. De inrichting van tuinen is, zeker binnen de stedelijke omgeving, voor biodiversiteit zeer belangrijk.”
Onkruid bestaat niet
Veel planten die beschouwd worden als onkruid, zijn enorm belangrijk voor insecten. Boswachter Ellen: ”laat bijvoorbeeld dovenetels staan, die zitten nu barstensvol hommels. Er komen ook veel bijen en vlinders af op vergeetmenietjes en boterbloemen. Laat ‘rommel’ zoals dood hout of bladeren liggen of gooi ze op een hoop. Dat zijn plekken waar het barst van het leven; insecten, wormen, maar ook egels en vogels komen hier op af. Het laten staan van ‘onkruid’ en het laten liggen van bladeren en oud hout heeft nóg een voordeel: je bent véél minder tijd kwijt aan het opruimen van je tuin, zodat je meer tijd kunt besteden aan genieten van alles wat er groeit en bloeit.”