Column: Vakantiegeld later

Algemeen 9 reacties 2 min. leestijd

Stel: een werkgever betaalt vakantiegeld normaal altijd in de maand mei uit. Door de financiële gevolgen van COVID-19 wordt dit naar achteren geschoven en/of in twee uitbetalingsmomenten geknipt. Mag dat zomaar?

Om deze vraag te beantwoorden gaan we eerst terug naar de basis. Een werknemer bouwt jaarlijks ten minste 8% van het brutoloon aan vakantiegeld op. Eenmaal per jaar wordt dit uitbetaald. In de wet (Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag) staat dat uitbetaling van het vakantiegeld uiterlijk in de maand juni moet plaatsvinden. In de arbeidsovereenkomst of cao wordt hier vaak van afgeweken, wat is toegestaan zolang ten minste een keer per kalenderjaar het vakantiegeld wordt uitbetaald.

Afwijken van een bepaling uit de arbeidsovereenkomst / cao mag niet zomaar. Zeker wanneer er geen wijzigingsbeding is opgenomen. Ook wanneer deze er wel is, kan enkel onder strikte vereisten een eenzijdige wijziging van arbeidsvoorwaarden plaatsvinden. Werkgevers zullen over het algemeen instemming van elke medewerker moeten vragen voor een afwijkende uitbetaling.

Wanneer er geen bepaling is opgenomen in de arbeidsovereenkomst / cao, en dus de wet leidend is, is ook voorzichtigheid geboden. Betaalt de werkgever het vakantiegeld altijd in mei uit, dan kan er sprake zijn van een verworven recht voor werknemers om ook dit jaar in mei het vakantiegeld uitbetaald te krijgen. Of hiervan sprake is, hangt af van verschillende factoren zoals de lengte van het dienstverband.

Wilt u als werkgever vakantiegeld later en/of gespreid betalen? De Arbeidsrecht advocaten van Aben & Slag Advocaten adviseren u graag. Of bent u als werknemer geconfronteerd met een wijziging in de uitbetaling van uw vakantiegeld? Neem ook dan contact op voor advies: 0495 – 53 61 38. Kijk voor de beantwoording van meer vragen als gevolg van het corona op www.abenslag.nl/nieuws.

Deel dit bericht
9 reacties