Wethouders vertellen hun verhaal

Algemeen Politiek Weert 6 reacties 12 min. leestijd

(Video) In het betoog van Jos Heijmans kwam het verwijt dat de wethouders hem nooit een eerlijke kans gegeven hebben om zijn taken te gaan hervatten en vanaf het begin aangestuurd op mijn vertrek. Wethouder Sterk gaf namens de wethouders een toelichting over het hoe en waarom. De gesproken tekst lees je onder de video.

Verklaring (PDF)

https://iwdg.nl/3dsKnvz

Video via Youtube

https://youtu.be/caaQRoltNdQ

De gebeurtenissen de afgelopen maanden rondom het integriteitsonderzoek hebben het college diep geraakt. De ontwikkeling van de afgelopen weken hebben ze als erg intens ervaren. Zo dient er volgende maandag een kort geding tussen de gemeente Weert en oud-burgemeester Heijmans.

Maar de wethouders zijn bezorgd, verdrietig en teleurgesteld. In de toespraak wil men een beeld geven waarom ze zo diep getroffen zijn door de houding en het gedrag van Jos Heijmans, een burgemeester waar ze allemaal op vertrouwden.

“Zeker voor het AZC heeft Heijmans zich op zijn karakteristieke wijze ingezet, laat daar geen twijfel over bestaan. Vijf jaar AZC in Weert is goed verlopen met de inzet van de burgemeester voorop. Natuurlijk waren er pieken en dalen. Maar onder de streep mogen we trots zijn hoe we als Weerter samenleving met het AZC zijn omgegaan. Hiermee heeft de burgemeester veel krediet opgebouwd, ook in het college van B&W.

Dat juist het asielzoekersvraagstuk, waar Heijmans zo actief bij betrokken was, en de COA-gelden die de gemeente kreeg een vitaal onderdeel vormen van het integriteitsonderzoek maakt het wrang. Maar dat maakt het niet minder noodzakelijk dat er onderzoek naar is gedaan.

Het college staat voor openheid en transparantie. De conclusies van het onderzoek dat Berenschot naar voren heeft gebracht zullen door het college daadkrachtig oppakt samen met de ambtelijke organisatie.

We zien dat het onderzoek op zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden. Hierbij horen heldere conclusies als: de burgemeester was niet bevoegd om de COA-gelden uit te geven, bij tweederde van 17 projecten waar COA-gelden naar toe gingen was het college niet betrokken. Bij veel toekenningen deed de burgemeester dit eigenhandig zonder het college te informeren. De burgemeester handelde niet volgens de gedragscode integriteit en er is in ieder geval een schijn van belangenverstrengeling.

Het is goed om een aantal categorieën in ogenschouw te nemen. De eerste categorie betreft de besluiten rondom de COA-gelden. Ze hebben altijd getoetst of de gelden worden besteed aan asielzoekers en/of statushouders. De tweede categorie betreft memo’s die vaak door de burgemeester bij te elfder ure werden ingebracht bij het college, maar waar nooit officieel een besluit over is genomen. De derde categorie zijn besluiten die de burgemeester zelf heeft genomen en nooit zijn gemeld in het college. De vierde categorie betreft besluiten die het college heeft genomen, maar waar de uitvoering door de burgemeester niet is gegaan zoals we samen hadden afgesproken.

Wat het college, ook dankzij dit Berenschot-onderzoek, ook duidelijk is geworden binnen het patroon waarin COA-gelden werden uitgegeven. Los van dat de burgemeester niet bevoegd was, is de werkwijze van het huidige en vorige college gebaseerd op transparantie en onderling vertrouwen in elkaar als portefeuillehouders.

De basis ligt bij het elkaar informeren over de dossiers, over beleid, over dilemma’s, over uitgaven. Er wordt verantwoording afgelegd. De gedachte is dat collega’s elkaar, waar mogelijk, ondersteunen. Hetzij gevraagd als ongevraagd. Het belang van Weert staat voorop. Niemand is groter dan de club.

Er is vertrouwen dat de uitgaven op een zorgvuldige manier gebeuren, passend binnen het gemeentelijk beleid. Een deel van de COA-gelden werd via college-besluiten verstrekt. Het sterkte het vertrouwen van het college dat de besteding van de gelden zorgvuldig gebeurde. Die aanname bleek onterecht. Want de problemen liggen volgens het Berenschot rapport bij de zaken waarvan het college niet op de hoogte was. Helaas bleek de regel van het elkaar informeren niet te gelden bij de COA-gelden. We wisten voor een groot deel niet wat buiten het college omging.

In de eerste jaren vond er een betere verantwoording plaats en vanaf 2017 zien we een toename van het eigenhandig besluiten van de burgemeester. We zien ook dat financiële bijdragen niet in overeenstemming zijn met het gemeentelijk subsidiebeleid. Sterker dat afwijzingen voor het verstekken van subsidies hadden plaatsgevonden, maar dat de burgemeester vervolgens buiten de betreffende portefeuillehouder om alsnog eigenhandig een financiële bijdrage heeft gegeven. In het college kwam dit niet ter sprake. Deze manier van werken heeft geleid tot een ongelijke behandeling van subsidies. Dit is niet alleen voor het college een ongewenste situatie, ook voor de ambtelijke organisatie die hier uitvoering aan moet geven is dit ongewenst.

Het meerdere ogen principe ontbrak. Waardoor het college, noch gemeenteraad wisten hoe geld besteed was of richting konden geven aan de uitgaven. Soms zijn onderwerpen wel in het college besproken, soms maar half en werden er na stevige discussies afspraken gemaakt over de uitvoering, maar de uitvoering bleef vervolgens in handen van de burgemeester en die bleek anders te zijn dan was afgesproken.

Een op zichzelf staand incident is, wanneer het vraagstuk isoleert en op zichzelf bekijkt, nooit ernstig genoeg om direct aan het vertrouwen te twijfelen. Maar juist de stapeling van incidenten maakt dat de emmer overloopt.

De conclusies in het Berenschot-onderzoek worden in onze ogen versterkt in het licht van de ervaringen die het college de afgelopen maanden met Jos Heijmans had. Het mag nu niet onbesproken blijven. De vragen en de artikelen van de journalisten van De Limburger zorgden ervoor dat de burgemeester een sfeer creëerde waarin het college op voorhand medeplichtig wilde maken zonder dat het college wist wat de burgemeester daadwerkelijk gedaan had.

De opsomming van de hoeveelheid projecten in het Berenschot-rapport of de onduidelijkheid waar, hoe vaak en aan wie de COA-gelden zijn besteed, onderstrepen nu de juistheid van het college om hier een zuivere lijn in te bewandelen. Hoe dan ook, het ging om geld waar de burgemeester zonder juridische basis over beschikte zonder daarover verantwoording af te leggen.

Het college wilde na de vragen en de artikelen van De Limburger niet meebewegen in het klakkeloos volgen van de burgemeester. De burgemeester toonde zich hierover zichtbaar geïrriteerd en reageerde met dreigementen. Aan de andere kant probeerde hij ons gerust te stellen met dat er niets aan de hand was en dat ze hem moesten vertrouwen. Dit speelde zich al in november / december vorig jaar af.

De kloof tussen burgemeester en het college is met de diverse Wob-verzoeken van De Limburger alleen maar groter geworden omdat het college uitgaat van de grootst mogelijke transparantie en altijd aan haar wettelijke verplichtingen wil voldoen, dus ook aan de Wob-verzoeken.

Jos Heijmans begon al weken geleden te dreigen met juridische procedures. Daarbij wilde hij met het college vooraf een afspraak maken, buiten de raad om, nog voordat het Berenschot-rapport behandeld zou worden. Dus los van de uitkomst van het debat van het Berenschot-rapport.

Een door hem gewenste afspraak, over hoelang hij nog burgemeester zou blijven, dat hij na de behandeling van het Berenschot-rapport alleen de wettelijke taken zou hervatten, hoe de gegevens die de krant in het kader van het Wob-verzoek afgehandeld moesten worden, of beter gezegd, niet behandeld moesten worden. Een afspraak met de woorden als vertrekregeling, het vergoeden van zijn advocaatkosten, inclusief de eis dat we dat allemaal geheim moesten houden. We hoefden alleen maar bij het kruisje te tekenen.

Dat alles ging gepaard in een sfeer die het college als ongepast en zelfs als intimiderend heeft ervaren. Het college heeft de fractievoorzitters over deze handelswijze van de burgemeester in een eerder stadium al vertrouwelijk geïnformeerd. Vlak daarna meldde Jos Heijmans zich ziek en gaf aan niet meer in het ambt terug te willen keren.

Vanwege de transparantie van het gelopen proces menen wij dit in deze raadsvergadering te moeten vertellen. We achten dit gedrag van een burgemeester als onacceptabel. Misschien valt het ons aan te rekenen dat we te lang uit collegialiteit en respect achter hem zijn blijven staan en hem nooit zijn afgevallen. Helaas is nu een grens overschreden.

Onze teleurstelling zit immers dieper van het Berenschot-rapport. We zijn altijd uitgegaan van de integriteit van de burgemeester en erop vertrouwd dat ook hij de juiste dingen zou doen. We hebben als college gehoopt dat er niks ernstigs aan de hand zou zijn. Dat was ook wat hij ons telkens voorspiegelde.

Verbinding, dat is het sleutelwoord voor deze raadsperiode 2018-2022. De burgemeester heeft binnen het college blijkens gegeven alles te zijn, behalve een verbinder. Met het krediet, die hij met de komst van het AZC opbouwde, het vertrouwen dat hij wekte, heeft hij zich steeds meer ontpopt tot een einzelgänger.

De einzelgänger die eigen regels en werkwijze hanteerde, onder het mom dat hij vanuit zijn hart werkte en dit als argument opvoerde om beleid en regels nooit letterlijk te nemen. Een einzelgänger die regelmatig vond dat je tegen hem was en niet met hem instemde. Hoezeer hij oom vanuit z’n hart werkte, en hoeveel resultaat hij hiermee heeft geboekt, in dat hart bleek op ten duur onvoldoende plaats voor volledige openheid in zijn eigen college van B&W. Een politicus wordt beoordeel op zijn totale handelen. Niet alleen op de goeden dingen die hij heeft bereikt, ook vallen die nog zo te roemen, integriteit mag echter nooit in het geding komen.

Deel dit bericht
6 reacties