Gevangenisstraffen voor leden criminele drugsorganisatie in Weert

Algemeen Weert 6 reacties 3 min. leestijd

Vandaag heeft de rechtbank Limburg uitspraak gedaan in de zaken tegen 6 verdachten die terecht stonden voor (georganiseerde) drugshandel in Weert.

Dit onderzoek werd in 2016 gestart naar aanleiding van informatie over handel in heroïne en cocaïne door een familie in Weert. De vader (59 jaar) en jongste zoon (35 jaar) van de familie worden gezien als leiders van een criminele organisatie en zijn veroordeeld tot een gevangenisstraf van 25 maanden. Twee andere verdachten, onder wie een tweede zoon, kregen een gevangenisstraf van 10 maanden. De twee overige verdachten zijn bij gebrek aan bewijs vrijgesproken.

Criminele organisatie

De rechtbank heeft op basis van onder meer de inhoud van opgenomen telefoongesprekken, politie-observaties, peilbakengegevens en getuigenverklaringen vastgesteld dat 3 familieleden samen met 1 andere verdachte een criminele organisatie vormden gericht op de handel in harddrugs en het maken van winst daarmee. Daarbij was de vader medeverantwoordelijk voor de toelevering van de drugs uit België. De jongste zoon vervulde een sturende en coördinerende rol. Hij was medeverantwoordelijk voor de invoer en inkoop van de voorraden harddrugs en stuurde de straatdealers aan. De oudste zoon werd samen met een vierde verdachte ingezet om te dealen op straat.

Getuigen

Een deel van de verklaringen die de rechtbank als bewijs heeft gebruikt, is van getuigen wiens personalia zijn afgeschermd. Zij worden in het onderzoek niet met naam en toenaam genoemd, maar zijn met een nummer aangeduid. De verdediging had daartegen bezwaar gemaakt. De rechtbank vond de afscherming echter wel gerechtvaardigd. Deze getuigen hadden gegronde redenen om hun gegevens niet prijs te willen geven uit vrees voor overlast. Tegelijkertijd is tegemoet gekomen aan de belangen van de verdediging omdat die de getuigen heeft kunnen ondervragen. Tot slot is er naast de anonieme verklaringen ook ander bewijs en zijn de getuigenverklaringen dus niet doorslaggevend voor de veroordelingen. 

Strafmaat

Bij het bepalen van de strafmaat heeft de rechtbank erop gewezen dat door de (straat)handel in cocaïne en heroïne de verdachten bijdroegen aan het ontstaan en het in stand houden van drugsverslaving van een overwegend kwetsbare groep. Daarnaast komt uit het politieonderzoek een beeld naar voren dat de hoofdverdachten zich al jaren bezighouden met de handel in harddrugs in Weert en daarin op agressieve wijze te werk gaat.

Verder is het grote tijdsverloop tot aan de veroordelingen een belangrijke factor bij de strafmaat geweest. De zaak kwam voor het eerst in 2017 voor de rechter. Vervolgens hebben er getuigenverhoren plaatsgevonden, die in januari 2019 werden afgerond. De zaak is vervolgens pas in 2020 inhoudelijk behandeld. Vandaag is dus  na 4 jaar uitspraak gedaan, terwijl dat in beginsel binnen 2 jaar moet plaatsvinden. Als gevolg hiervan heeft de rechtbank een strafkorting van 15 % toegepast.

Deel dit bericht
6 reacties