Update – De Loop voor Hoop voelde zaterdag 2 juli als een warm bad. Voor de lopers, de eregasten en de toeschouwers. In een gemoedelijke sfeer liepen jong en oud hun rondjes over het uitgestippelde parcours. Mensen namen de tijd voor elkaar, waren oprecht geïnteresseerd en gemotiveerd om geld in te zamelen voor het Kankeronderzoekfonds Limburg. Ook het Toon Hermans Huis Weert deelt in de opbrengst.
Zonnige opening
Het zonnetje werkt goed mee. De dag begint op het podium, waar presentatrice Marianne Schreuders Léon Stultiens van de organisatie Lopen voor Hoop en wethouder Michèle Ferrière uitnodigt om naar voren te komen. Beiden spreken bemoedigende en hoopvolle woorden. Die door de muzikale klanken van de Kerkelijke Harmonie St. Joseph 1880 extra kracht krijgen. Bij het startpunt vertellen twee eregasten kort hun persoonlijke verhaal. Over hun worsteling, maar vooral over hun kracht en positiviteit om vooruit te kijken en te durven leven. Ze hijsen de vlag van Lopen voor Hoop met het nieuwe logo. “Het groen in het logo staat voor de toekomst, groei en hoop”, vertelt Léon Stultiens. Wethouder Michèle Ferrière lost even later het startschot, waarop de lopers achter de Kerkelijke Harmonie St. Joseph aanlopend, beginnen aan hun 12 uurs wandelmarathon. Niet alleen, maar in teamverband. Per team zijn er schema’s gemaakt van wie wanneer loopt, zodat er altijd iemand van een team op de baan loopt.
Puk en Roos
Iets verderop staan de zusjes Puk (12 jaar) en Roos (11 jaar) samen met hun broertje Bo (5 jaar) achter een dranghek te wachten op hun moeder die meeloopt. “Ze komt zo langs. Onze opa heeft kanker gehad. We vinden het superfijn dat er geld wordt ingezameld voor kankeronderzoek.”
Marktkraampjes
Op de braderie staan kraampjes met allerlei zelfgemaakte spullen. Heerlijke koeken, gehaakte knuffels, porseleinen bordjes en bekertjes met opbeurende teksten, sieraden, kaarten en nog veel meer. Bij de gehaakte sleutelhangertjes staan Xinga en Agaia, moeder en dochter uit Polen. Ze wonen net achter het terrein. Haar dochtertje van zes zit op basisschool Aan de Bron en heeft het evenement daar meegekregen. Samen willen ze lopen voor hoop. “Kanker zit bij ons in de familie en ik laat mezelf ook testen.
Milan
Iets verderop staat Milan van de Brand (17 jaar) voor de kraam van team M. De M staat voor zijn tante Mary-ann, die eraan overleden is. Nog een oom en tante hebben het. De hele familie is ingeschakeld. De een heeft leuke creatieve spulletjes gemaakt, de ander zet vrolijke wuppie-tatoeage en om de buurt lopen ze hun ronden. “Op deze manier hopen we eraan bij te dragen dat kanker snel weg is.”
Eef en Pim
Wat meteen de aandacht trekt is de kraam met het Rad van Fortuin, gemaakt door Eef Craemers (11 jaar). Samen met haar broertje Pim (9 jaar) en een nieuw klasgenootje leggen ze kinderen uit hoe het werkt. “Onze school, de Uitkijktoren, zamelde, onder andere met een Rad van Fortuin, geld in voor de Voedselbank. Het leek me leuk om zelf een Rad van Fortuin te maken voor Lopen voor Hoop. Kinderen die meedoen hebben altijd prijs.” Eef en Pim vinden het leuk dat ze straks, voorafgaand aan de Kinderloop, op het podium iets mogen vertellen.
Kinderloop
Als het programma van de Kinderloop begint, staan ook Mysa Aïtraben, Farah Aubellouch en Noor Zoughagh op het podium. Hun moeders kijken trots vanaf het grasveld toe. Ze zijn druk met alles vastleggen op de mobiele telefoon. Na de toespraak van wethouder Lizbeth Steinbach hijsen de broers Jelte en Merijn Kessels de vlag voor de Kinderloop. Merijn heeft vanaf zijn vijfde kanker en Jelte helpt hem met allerlei dingetjes.
Langs de route staat Lilian Gubbels in haar rolstoel te wachten om teamgenoten af te lossen met lopen. Vier jaar terug heeft ze ook meegedaan. “Mijn oma heeft kanker gehad. Toen heb ik mijn haren gedoneerd via het Toon Hermans Huis Weert.” Ze vindt het fijn om er vandaag bij te zijn. Ze vat het samen als: “De gezelligheid, de muziek en samen bezig zijn voor het goede doel.”
Update: in het bericht stond een verhaal van Truus. Dit bleek niet te kloppen en deze alinea is verwijderd.
Een bijdrage van Arjanne van Voorst