Informatie voormalig burgemeester Heijmans voorlopig niet openbaar

Algemeen Weert 8 reacties 3 min. leestijd

De bestuursrechter in Roermond heeft vandaag besloten dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert voorlopig geen informatie over voormalig burgemeester Heijmans mag verstrekken aan een derde-belanghebbende (De Limburger) die hierom had verzocht.

Aanleiding

Bij besluit van 14 juli 2022 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert besloten op een informatieverzoek van derde-belanghebbende op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Het informatieverzoek is gedeeltelijk gehonoreerd met toepassing van de Wet open overheid.

Voormalig burgemeester van Weert, Jos Heijmans, had bezwaar gemaakt tegen deze beslissing. Ook heeft hij verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening. Dit om te voorkomen dat documenten openbaar gemaakt worden. Op de voorlopige voorziening heeft de rechter nu beslist. Het bezwaar wordt op een later moment door het college behandeld.

Bevoegdheid college

Met het standpunt van verzoeker dat het college niet bevoegd is om de documenten openbaar te maken omdat het college zonder zijn toestemming zijn werkomgeving in beslag heeft genomen en doorzocht, gaat de rechter niet mee. De Wet open overheid beoogt een transparante en actief openbaar makende overheid en kent vanwege de controlefunctie een ruim toepassingsbereik. Het informatieverzoek is gericht aan het college en daarom is het college, gelet op het doel van de Wet open overheid, verplicht om te onderzoeken of de gevraagde informatie in bezit is van het college en vervolgens te beslissen op dat verzoek. 

Veiligheid

Het standpunt van verzoeker dat hij vanwege zijn voormalig burgemeesterschap nog steeds wordt bedreigd en daarom vreest voor zijn veiligheid indien de documenten openbaar worden gemaakt, heeft hij vooralsnog niet nader geconcretiseerd. Dit omdat hij gebonden is aan een geheimhoudingsplicht. Zonder concretisering van de zijde van verzoeker kan de voorzieningenrechter in deze procedure geen rechtmatigheidsoordeel vellen over de vraag of het recht op bescherming van verzoekers privéleven wordt geschonden wanneer de documenten openbaar worden gemaakt. 

Omdat niet geheel uitgesloten is dat verzoeker bij openbaarmaking van (een of meer van) de documenten een risico loopt op bedreigingen gericht aan zijn adres wordt het verzoek toegewezen en mag de informatie voorlopig niet verstrekt worden. Dit om te voorkomen dat er voordat er op het bezwaar wordt beslist, gevolgen optreden die daarna niet meer ongedaan gemaakt kunnen worden.

Het college moet wel in staat worden gesteld door verzoeker om op dit punt in de bezwaarprocedure inhoudelijk te beslissen. Daarom ligt het op de weg van verzoeker om zijn vrees in de bezwaarprocedure – al dan niet onder geheimhouding – toe te lichten en nader te concretiseren.  

Lees de volledige uitspraak: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBLIM:2022:7087

Deel dit bericht
8 reacties