‘Wij verbouwen en verkopen prei en wortelen, zonder tussenhandel’

Algemeen Stramproy Reageer 9 min. leestijd

Frank Wolters (34) woont samen met zijn vriendin Daniëlle aan de Wisbroek in Stramproy. Ze zijn kersverse ouders van de eeneiige tweeling Finn en Levi. Naast dat hij druk is met het ouderschap, runt Frank ook nog, samen met zijn broer Maarten, Agro Wolters in Stramproy. Dit bedrijf is gespecialiseerd in prei en wortelen. “Een eigen boerenbedrijf hebben betekent veel en hard werken, maar ik doe het met plezier”, aldus Frank.

Familiebedrijf

Franks ouders zijn in 1993 aan de Wisbroek begonnen met ‘niks’, zoals Frank het zelf zegt. “Mijn vader startte op een lege locatie waar voorheen een melkveebedrijf zat met het verbouwen van prei, asperges en aardappelen en na verloop van tijd is zijn assortiment steeds verder uitgebreid.”

In 2010 zijn Frank en zijn broer Maarten in het bedrijf gekomen. “Pap en mam hebben ons nooit gedwongen, het was onze eigen keuze. Destijds zaten we allebei nog op school: ik volgde de landbouwopleiding in Horst en vervolgens studeerde ik commerciële economie aan de Fontys Hogeschool in Venlo. Maarten is na het volgen van de landbouwopleiding in Horst meteen thuis het bedrijf in gegaan. Toen ik op mijn 24e klaar was met mijn studie ben ik volledig in de onderneming gestapt. Door de jaren heen zijn mijn broer en ik doorgegroeid in het bedrijf.”

Eigen onderneming

Frank, Maarten en hun ouders hebben er uiteindelijk samen voor gekozen om zich alleen nog te focussen op prei en wortelen. “We wilden graag ons bedrijf specialiseren en doorgroeien.” In 2012 zijn de broers gaan nadenken over hoe ze dit vorm konden geven. “De oude schuur was te klein, dus hebben we een nieuw pand laten bouwen aan de Ellerweg”, zegt Frank. In 2014 openden ze Agro Wolters, in zijn geheel opgezet en gefinancierd door de twee broers. Frank is enorm te spreken over de hulp en toewijding die ze hebben gekregen vanuit de gemeente Weert. “Ik hoor weleens verhalen van collega’s uit andere gemeentes in de buurt, waar dit niet zo vanzelfsprekend is. Als ik vanuit onze ervaring mag spreken, hebben wij enorm geluk gehad met onze gemeente.“

In de loop der jaren hebben de broers naast prei o.a. ook nog asperges en aardbeien verbouwd. “Maar daar hebben we afscheid van genomen. Het bleek voor ons de beste keuze om ons alleen op prei te focussen.” Anno 2023 werken er in het laagseizoen 20 en in het hoogseizoen 35 vaste krachten. “De werknemers bestaan voor een klein gedeelte uit Nederlanders, het overgrote deel zijn mensen uit Polen en Roemenië”, zegt Frank.

Bijzonder is dat de broers alle personeelsleden zelf huisvesten. “Aan de Wisbroek hebben we een bestaande loods omgebouwd tot huisvesting. Elke kamer wordt door één of maximaal twee personen bewoond. De huisvesting verzorgen we zelf, dus zonder hulp van een uitzendbureau. Het zijn nette woningen met hele luxe faciliteiten; dat gunnen wij ons personeel. We zijn van mening dat als je goed bent voor je mensen, zij dat ook zijn voor jou.”

In de tijd dat de broers ook nog aardbeien en asperges hadden, bestond het vaste personeel uit 70 tot 75 man. “Door dit grote aantal hadden we minder controle over de mensen, wat problemen opleverde. Nu gaat het stukken beter. De huisvesting is goed geregeld en het personeel kan het onderling goed met elkaar vinden.”

Ook de afzet naar klanten verzorgen de broers zelf. “Er zit geen veiling of handelaar tussen ons bedrijf en onze klanten, waardoor we snel kunnen schakelen. Als klanten een extra aanvraag voor een partij hebben, kunnen we dit snel leveren. Qua marges profiteren we hierdoor enorm. De schakel ertussenuit halen is zowel voor afnemers als voor ons een win-winsituatie.  Zo houden we de controle over ons eigen bedrijf.”

Positief daglicht 

Frank is blij met hoe de samenwerking met zijn broer verloopt. “We hebben de taken onderling goed verdeeld. Ik ben vooral organisatorisch aan het werk en verzorg de verkoop. Mijn broer verzorgt de technische- en landbouwkant. Ook onze ouders helpen nog in het bedrijf: onze vader organisatorisch en onze moeder administratief.”

Het leukste van boer zijn vindt Frank de vrijheid. “Ik ben – denk ik – geen goed persoon om voor een baas te werken. De vrijheid die ik heb als ondernemer bevalt mij heel goed, al wordt dit elk jaar minder. Het wordt ons in deze sector niet gemakkelijk gemaakt, dat komt de werkmotivatie niet altijd ten goede. We moeten steeds meer rekening houden met nieuwe regels. De kans op fouten maken wordt steeds groter en daarop word je ook nog eens steeds harder afgerekend. Financieel en mentaal kom je in de agrarische sector steeds meer onder druk te staan. Vooral de overheid speelt hier een grote rol in. Ik denk dat boeren in Nederland worden ondergewaardeerd en dat is een van de redenen dat ik Boeren van Weert als platform wil ondersteunen. Wij vinden het belangrijk om de sector in een positief daglicht te brengen en onze toegevoegde waarde aan de maatschappij te verduidelijken.” 

Een nieuwe start

Bijzonder aan deze ondernemer is toch wel dat Frank dag in, dat uit zich bezighoudt met prei, maar het zelf niet eet. “Ik heb het nooit gelust”, zegt Frank. “Mijn moeder en Daniëlle proberen mij het nog weleens voor te schotelen tijdens het avondeten, maar dat is een onbegonnen zaak. Mij krijg je niet enthousiast.” Frank werkt hard om andere mensen, die wél van prei houden, van de groente te voorzien. “Boer zijn is hard werken. We zijn minimaal zes dagen per week bezig, waarvan in de winter vijf dagen minimaal tot 18.00 uur en in de zomer zelfs tot 20.00 à 21.00 uur. Op zaterdagen proberen we rond 17.00 uur klaar te zijn. Dit lukt in de winter meestal wel, in de zomer niet. Een eigen boerenbedrijf hebben betekent veel en hard werken, maar ik doe het met plezier.”  

Even kort op vakantie gaan om het hoofd leeg te maken, dat is wat Frank en zijn vriendin normaal gesproken elk jaar één keer doen. “We pakken de auto, beginnen met rijden en zien wel waar we uitkomen. We plannen niks en boeken vooraf geen overnachtingen, het is één grote verrassing waar we terechtkomen.” Zelf doet hij dit al tien jaar zo, maar voor zijn vriendin Danielle, was het nieuw. “Het was voor haar even wennen, maar inmiddels ziet ze de lol ervan in. Afgelopen zomer zijn we naar Duitsland, Hongarije, Kroatië, Bosnië en Slovenië geweest. Het was een heerlijke vakantie.” 

Maar waarvan Frank en Danielle destijds nog niet op de hoogte waren, is dat dit voorlopig de laatste vakantie met zijn tweeën zou zijn. Vlak na hun vakantie kwamen ze er namelijk achter in verwachting te zijn. Niet van één, maar twee baby’s. Afgelopen 24 januari zijn ze trotse ouders geworden van de eeneiige tweeling Finn en Levi. “Vanaf nu wordt alles anders”, zegt Frank. “Op de bonnefooi op vakantie gaan, daarvan is geen sprake meer. Maar dat is niet erg, want we focussen ons nu op ons gezinnetje.”

Deel dit bericht
Geef reactie