Bomen met natte voeten, spontane beekjes en snelstromend water – natuurgebied Kempen~Broek lijkt steeds meer op was het ooit was: een echt ‘doorstroommoeras’. Via deze natuurlijke laagte op de grens van Limburg, Brabant en België zoekt het water zijn weg in de richting van de Maas. Robin Peeters, coördinator natuurbeheer bij Natuurmonumenten, kijkt zijn ogen uit.
Eeuwenoud watersysteem
Het water klotst volop tegen je laarzen in het Wijffelterbroek, een deelgebied dat pas op de schop is gegaan. Overal zie je spontane stroompjes van schoon, ijzerrijk water. Een idyllisch plaatje en wat een plezierig geluid, dat snelstromende water door tintelend groen. Met dank aan het natte weer dit voorjaar, en ook aan de bever die verderop een dam heeft gebouwd en zo het bos onder water heeft gezet. Maar ook met dank aan de nieuwste ingreep in dit deel van Kempen~Broek: het dichtgooien van de Raam. Deze diepe ontwateringssloot liep dwars door het broekbos en voerde het water uit de omgeving in hoog tempo af. Functioneel voor de landbouw in deze streek, maar de watergang deed afbreuk aan het eeuwenoude watersysteem dat Kempen~Broek kenmerkte. Een systeem waarin het water uit de omgeving bijeen kwam, via beekjes en via het grondwater dat zich hier verzamelde.
Spons
“Het gebied functioneerde als een spons”, legt Robin uit. “Hier werd water vastgehouden dat vervolgens langzaam doorstroomde richting de Maas. Een van oudsher kletsnat gebied met ondoordringbare moerassen. Boeren zagen er geen heil in, maar vanaf de jaren dertig werden grote delen toch ontgonnen als werkverschaffingsproject. Water werd afgevoerd en natuur omgevormd tot landbouwgrond. Daardoor verdween de sponsfunctie en dat wreekte zich de afgelopen decennia. Het gebied verdroogde en hield water nauwelijks meer vast. Klimaatverandering versnelde dit proces. Dat bracht gelukkig ook nieuwe inzichten. Het aloude watersysteem verdient herstel. Het gebied moet weer water kunnen vasthouden in tijden van veel regen en water kunnen afgeven in tijden van droogte. Een natuurlijke zoetwatervoorraad voor de omliggende natuur- en landgebieden.”
Bypass
Het herstel is al zo’n tien jaar aan de gang, op initiatief van overheden, Natuurmonumenten, Ark Rewilding Nederland en andere partners. In diverse deelgebieden zoals de Kettingdijk, Laagbroek en Roukespeel is het gebied opnieuw ingericht om water langer vast te houden, met nieuwe moerassen en plassen als resultaat.
Afgelopen herfst en winter is ook de klimaatbuffer Kettingdijk-Wijffelterbroek in de kern van het gebied aangepakt. Het dichten van de Raam en een twee andere watergangen, de Vetpeel en een zijtak daarvan, waren de belangrijkste maatregelen. “Deze watergangen doorsneden het gebied en voerden water af voor de landbouw. Water met veel vervuilende stoffen zoals fosfaten, maar ook schoon grondwater verdween zo uit het gebied. Het schone water willen we graag hier vasthouden, het vervuilde water niet. Daarom heeft de Raam nu een tijdelijke ‘bypass’ gekregen. Het water wordt om de natuur heen geleid via een nieuw gegraven waterloop. We hopen dat de waterkwaliteit van de Raam, die vanuit België Nederland binnenkomt, op termijn zodanig verbetert dat we de bypass weer kunnen dichten. Dan houden we nog meer water vast.”
Veldrus
In het veld zien we nu al het effect van de werkzaamheden. De dichtgegooide Raam ligt er nu bij als ondiepe, meanderende beek. Op de oever wijst Robin verbaasd naar een graspol. “Veldrus, een kenmerkende soort van snelstromend grondwater. Die heeft zich hier echt verrassend snel gevestigd.”
Ook de waterstand in het bos is sinds de ingrepen fors gestegen. Robin geniet zichtbaar van al die nieuwe natte natuur. “Op steeds meer plekken stroomt het water nu door, naar de laagste delen. Daar heeft de natuur baat bij. Mineralen worden via stromend water in een groter gebied afgezet en stromend water is voor veel planten en bomen gezonder dan stilstaand water. Bovendien kan het moeras zo zijn zuiverende werking doen op de natuur.”
Voor de wandelaar is het wel even wennen, al die natheid en blubber. “Het is net als vroeger”, lacht Robin. “Toen waagden alleen smokkelaars zich in deze wildernis. Van hun oude smokkelpaadjes kun je nog steeds gebruikmaken, maar ze zijn wel zompig. Dat hoort bij dit gebied: Kempen~Broek bestaat vooral uit echte struinnatuur voor avonturiers.”
Grote plaatje
Robin benadrukt dat de maatregelen passen in het grote plaatje dat Natuurmonumenten voor ogen heeft. Een nagenoeg natuurlijk landschap waarin natuurlijke processen de vrije hand krijgen. “We proberen de stukken natuur zoveel mogelijk aan elkaar te koppelen. Dan kun je het hele gebied als grensoverschrijdend beekmoeras beheren met hetzelfde watersysteem. Het is mooi om mee te maken hoe dat proces verloopt. Een proces van lange adem, maar met steeds meer resultaat. Er is meer water, er is nieuwe moerasnatuur, er is nieuw bos en er is meer ruimte voor planten en dieren. De grote grazers die hier rondlopen, zoals Schotse hooglanders, taurossen en exmoorpony’s, vergroten de dynamiek. Net als de wilde zwijnen die hier in grote aantallen leven.”
In de toekomst zijn nieuwe stappen nodig, zoals vermindering van ontwatering, verbetering van de waterkwaliteit en meer natuurlijke verbindingen, maar Robin heeft daar vertrouwen in. “Je voelt echt dat dit gebied een grote potentie heeft. Omdat Kempen-Broek pas laat is ontgonnen, kan de natuur zich nog goed herstellen. Dat zie ik voor mijn ogen gebeuren.” Dromen heeft de Limburger nog genoeg. “Ik hoop dat ik hier in de toekomst niet overal meer met de auto kan komen. En dat ik heel voorzichtig moet rijden vanwege alle beesten die er leven. Een ervaring die in Nederland zeldzaam is geworden.”