Hunsel – Op dinsdagavond 22 augustus vond in het kader van de Cultuurhistorische Zomer 2023 de laatste Gluren bij de Buren plaats, en wel in Hunsel. De belangstelling voor deze avond was overweldigend. Meer dan 300 bezoekers hadden de weg gevonden naar de Sint Jacobuskerk. Zij waren overigens niet de eersten. Reeds vele eeuwen – en tot op de dag van vandaag – is de kerk van Hunsel een belangrijke halteplaats voor pelgrims op de route naar Santiago de Compostela.
Kerk helemaal vol
Voor de deelnemers aan deze Gluren bij de Buren had de kerk te weinig zitplaatsen; een aantal bezoekers moest zich tevredenstellen met een staanplaats achter in de kerk. Menig pastoor zou zich verheugen op een dergelijke opkomst.
Peter Korten vertelde dat in de 18-jarige geschiedenis van Gluren bij de Buren nog nooit een bezoek aan Hunsel was gebracht. Toen voor de editie van 2023 contact met Hunsel werd gezocht, was het enthousiasme groot. Binnen de kortste keren hadden zich 36 vrijwilligers aangemeld. Na de collecte aanbevolen te hebben, gaf hij het woord aan deken Miltenburg van Thorn.
Deken Miltenburg verhaalde dat hij bij zijn eerste bezoek aan Hunsel door de navigatieapparatuur via een omweg door de landelijke omgeving naar de kerk was gestuurd. Later had hij de kortste weg naar de kerk gevonden.
Rondleiding
Na deze toespraken volgde een rondleiding in groepen door Hunsel. Op verschillende plaatsen vertelden enthousiaste en deskundige inleiders over gebouwen en gebeurtenissen in Hunsel.
Tegenover de kerk ligt een oude, mooie pastorie in neoclassicistische stijl. De huidige eigenaar, Leo Stratermans, vertelde op geestige wijze iets over dat gebouw. Hunsel werd in de eerste helft van de 19de eeuw een zelfstandige parochie. Dat vroeg volgens de toenmalige pastoor ook om een passende pastorie. De pastorie werd gebouwd met “veldbrandbrikken,” vervaardigd van leem die in de loop der eeuwen door de Uffelse beek in de nabijheid was afgezet. Het bezoek aan de pastorie werd afgesloten met een wandeling door de mooi aangelegde tuin met aan de bomen rijpende peren en druiven.
Herbouwde boerderij
Een ander bezienswaardig gebouw is een boerderij, die na een brand herbouwd is op de fundamenten van een eeuwenoude boerderij. Deze dateerde uit de tijd dat Hunsel deel uitmaakte van de heerlijkheid Kessenich van de heren Van Waes. De rijksheerlijkheden Kessenich, Thorn en Neeritter vormden de zogenaamde “Drie Eigen.”
Geheimzinnig en streng bewaakt kamp
Maan Verheyen vertelde in de speeltuin dat tijdens de bezetting in de omgeving van Hunsel door de Duitsers een geheimzinnig en streng bewaakt kamp werd gebouwd. In het kamp waren ook jonge vrouwen gehuisvest, zogenaamde Blitzmädel, genoemd naar de bliksemschicht op hun uniform. Hun verschijning veroorzaakte nogal wat opwinding in Hunsel, waar de vrouwen zedig gekleed gingen met rokken tot onder de knie en daaronder kousen. Het kamp bleek een onderdeel te zijn van een radarsysteem met ook een post in Weert om vliegtuigen van de geallieerden te lokaliseren. Als dat het geval was, volgde een poging om met Nachtjäger het vliegtuig neer te halen, hetgeen helaas ook wel met succes gebeurde.
In de nacht van 20 op 21 juli werd een Lancaster, een Engelse bommenwerper, in de buurt van Hunsel door een Duits jachtvliegtuig neergeschoten. De zeven bemanningsleden kwamen daarbij om. Zij hebben hun laatste rustplaats gevonden bij de kerk in Hunsel. De inleider, Ton Bosmans, verhaalde hoe hij erin geslaagd was om in contact te komen met familieleden van de omgekomenen en foto’s van hen te krijgen.
Zichtborden
In een bocht van de Kallestraat verwelkomde Rob Adams het gezelschap. Op die plaats staan een aantal zogenaamde zichtborden. Op deze borden zijn verdwenen gebouwen afgebeeld die vanaf deze plaats zichtbaar waren, zoals een in de oorlog opgeblazen windmolen en het enkele jaren geleden afgebroken herenhuis Velter, annex bouwbedrijf, op een plek waar nu een parkje is.
Schutterij
In het gebouw van de KPJ werd door Harry Houben de geschiedenis van de schutterij Sint Jacobus belicht. In de tijd van de heren Van Waes had de schutterij onder meer een taak bij de verdediging van de landsgrenzen van de heerlijkheid Kessenich. De beloning daarvoor bestond vaak uit een aam bier, zo’n 150 liter, dat de leden van de schutterij niet versmaadden. Het gezegde “als het kalf niet wil drinken, doe het dan maar bij de schutterij” duidt erop dat de leden van de schutterij de naam hadden niet vies te zijn van alcoholische drank.
Beeld van Sint Rochus
Na de geslaagde rondleiding volgde een primeur in het 18-jarig bestaan van Gluren bij de Buren. Het kerkbestuur van Hunsel bood alle bezoekers een drankje aan in het parochiehuis; een geste die zeer op prijs werd gesteld en navolging verdient.
Thieu Wieërs verhaalde in de kerk over het beeld van Sint Rochus, patroonheilige van de pestlijders. Aan de voet van het beeld is een hond afgebeeld, als verbeelding van honden die voedsel naar pestlijders brachten. Rochus wijst met zijn hand naar een pestbuil op zijn bovenbeen. Vermeldenswaard is dat het blote been bij een restauratie voorzien is van kleding. Een bloot been werd blijkbaar als onzedelijk beschouwd.
Geslaagde editie
In het bomvolle parochiehuis bedankte Peter Korten uitvoerig de organisatie en in het bijzonder de vrijwilligers die voor deze prachtige avond gezorgd hadden. Ook andere sprekers meldden zich, waaronder een wethouder van de gemeente Leudal.
De organisatie van Gluren bij de Buren in Hunsel en de vele bezoekers kunnen terugkijken op een zeer geslaagd en vlekkeloos verlopen evenement, mede dankzij de inzet en het enthousiasme van vele vrijwilligers, met een zeer drukbezochte nazit in het parochiehuis.
Tekst door: Wil Filott en foto’s door Jack Duijf