Vandaag hebben de Nederlandse en Vlaamse Unesco Commissies het dossier om het Kempen~Broek te laten erkennen als Unesco Biosfeergebied ingediend bij het Unesco secretariaat in Parijs. Aangezien het om een grensoverschrijdend gebied gaat, moesten er drie aanvraagdossiers worden ingediend: een Nederlands, een Belgisch en een grensoverschrijdend.
Aanvraagprocedure
Zeven jaar geleden werd de aanvraagprocedure op verzoek van de provincies en de gemeenten, waarvan het Kempen~Broek deel uitmaakt, opgestart. Samen met bewoners en partners werd er een managementplan opgesteld om de streek de volgende tien jaar duurzaam te ontwikkelen. Daarnaast werd er een strategie uitgewerkt met doelstellingen voor onderzoek, monitoring en educatie. Beide strategieën werden vervolgens verwerkt in de aanvraagdossiers.
Unesco Biosfeergebied
Het Mens en Biosfeer-programma van Unesco werd in 1971 opgericht met als doel de ontwikkeling van een evenwichtige relatie tussen de mens en zijn natuurlijke leefomgeving. Wereldwijd zijn er 748 biosfeergebieden (waarvan slechts 23 grensoverschrijdend) in 134 landen die als icoon voor duurzame ontwikkeling dienen. In België is er voorlopig nog geen, in Nederland werd de Maasheggen in 2018 Unesco Biosfeergebied.
De erkenning betekent niet dat er extra regels of beperkingen komen, maar dat er binnen de bestaande wetgeving en beleid nóg meer zal worden samengewerkt. Ze zorgt voor een sterk ‘merk’ waarvan de streek en zijn ondernemers alleen maar kunnen profiteren.
GrensPark Kempen~Broek
In dit grensoverschrijdende gebied in het noordoosten van Limburg wordt al 23 jaar samengewerkt door heel wat partners. Op dit moment gaat het zelfs om ruim 40 partners, waaronder alle Vlaamse en Nederlandse gemeenten (Bree, Bocholt, Maaseik, Kinrooi, Weert, Nederweert en Cranendonck) en de provincies Limburg (B), Limburg (NL) en Noord-Brabant (NL).
Door de eeuwenlange wisselwerking tussen mens en natuur bestaat het Kempen~Broek uit een bijzonder afwisselend landschap waar natte en moerassige gebieden worden afgewisseld met droge zandruggen. Het is een mozaïek van landschappen met moerassen, beekvalleien, vennen, bossen, heide en landbouwgebieden. Ook de dorpen en enkele steden liggen verspreid in of aan de rand van het gebied op de hogere gronden en huisvesten tegenwoordig in totaal zo’n 75.000 inwoners.
Belang van het gebied
Deze landschappelijke diversiteit weerspiegelt zich in een rijke biodiversiteit en het gebied heeft een belangrijke rol in het behoud van habitats en soorten in Vlaanderen en Nederland. Voor het behoud van enkele soorten speelt het gebied zelfs een essentiële rol.
Op economisch vlak is het gebied, zowel het Vlaamse als Nederlandse deel, een belangrijk landbouwgebied dat instaat voor de voedselproductie. De laatste jaren neemt het belang van toerisme als onderdeel van een duurzame plattelandseconomie sterk toe.
Gedurende eeuwen tekende de mens grenzen op het canvas van het gebied, een laatste keer in 1839 toen het een grensstreek tussen België en Nederland werd. Sporen van dit eeuwenoude grensverleden en -heden in de vorm van onder andere grenspalen en verdedigingssystemen zijn in het landschap leesbaar of maken deel uit van het gemeenschappelijke orale erfgoed.
Het is een gebied met een stille, bescheiden geschiedenis. In deze streek aan de rand van de Kempen noopte de voedselvoorziening op arme ondergrond eeuwenlang tot een dagelijks gevecht om het bestaan. Een rijke cultuurhistorie vertaalt zich dan ook niet in opzichtige kathedralen of monumenten, maar in functionele gebouwen zoals de vele wind- en watermolens. Een rijke culinaire traditie en (traditionele) festiviteiten zijn levende getuigen van de veerkracht van de mensen die ondanks het dagelijkse labeur genoten van het leven.