Column – De Muntpassage vieërdje aafgeloupe weekend eur 50 jaorig bestaon. Aangezeen vae dus aeve aod zeen, és d’r gein woeërd van geloeëge as ich zégk det ich dao al mien hieël laeve kom.
Zeuj hieët mét heur 50 jaor waal al de noeëdige vertummeringe en verbawwinge achter de rök mer gae kintj d’r nog altiêd druuëg wînkele (waer of gein waer). De lieëgstând véltj in dit oeëverdékdje stökske centrum gelökkig nog mej.
De groeëte trappe, di-j uch nao ’t theater en Stichting Vrije Uren brachte, zeen d’r al lang neet mieër. Zjuust wi-j de jaore ’70 zitkoêle um eure fiets te stalle.
De ieërste (en volges mich ouch eînigste) roltrap van Wieërt kojjae d’r vînge en sinds kort ouch ’ne oeëpenbare wc.
Ich mót hieël deep grave (ich bin tenslotte ouch waat jäörkes aojer) mer ‘t liêktj as-of’ d’r nog mer drej of veer wînkels van vreuger oeëver zeen inne Mûnt, ‘ne înkeling op nog altiêd (ongevieër) dezelfdje plaats.
As dejjae dae hâlve ieëw bereiktj, waerdje vaneîges e bitje melancholisch. Neet det ich zégk det vreuger alles baeter waas. ’t Hieët d’r mieër mej te make dejjae uch realisieërtj dejjae zelf ouch aojer zeetj gewoeëre. Mer good, det kojjae dan ouch mer baeter good vieëre en vuuërdejje ’t wétj hejjae zoeë weer ’n kroeënjaor te pakke.
’n Beejdrage van Marieke van Riet
Vertaling via Chat GPT:
Column – De Muntpassage vierde afgelopen weekend haar 50-jarig bestaan. Aangezien wij dus even oud zijn, is er geen woord van gelogen als ik zeg dat ik daar al mijn hele leven kom.
Ze hebben hier met hun 50 jaar wel al de nodige vernieuwingen en verbouwingen achter de rug, maar je kunt er nog altijd lekker winkelen (weer of geen weer). De levendigheid blijft in dit overdekte stukje centrum gelukkig nog intact.
De grote trappen, die je naar het theater en de Stichting Vrije Uren brachten, zijn er al lang niet meer. Precies zoals in de jaren ’70 zit je nu op betonnen bankjes om je fiets te stallen.
De eerste (en volgens mij ook enige) roltrap van Weert kun je er vinden en sinds kort ook een openbare wc.
Ik moet heel diep graven (ik ben tenslotte ook wat jaartjes ouder) maar het lijkt alsof er nog maar drie of vier winkels van vroeger over zijn in de Muntpassage, een enkele op nog altijd (ongeveer) dezelfde plaats.
Als je die halve eeuw bereikt, word je vanzelf een beetje melancholisch. Niet dat ik zeg dat vroeger alles beter was. Het heeft meer te maken met het besef dat je zelf ook ouder bent geworden. Maar goed, dat kun je dan ook maar beter vieren en vooruitkijken naar het weten dat je zo weer een kroonjaar te pakken hebt.
Ja precies, dat dus. Maar wat is nu de strekking van het stukje? Ik denk dat ik goed begrijpend kan lezen (ook in een dialect dat niet het mijne is), maar ik vind het allemaal maar vaag…
Dank u voor uw moeite tot vertaling maar het artikel blijkt voor mij weinig inhoud te hebben.
Ik word er niet melancholisch van noch dat het nostalgische gevoelens oproept in tegenstelling tot de persoonlijke impressie vd schrijfster en dat voor wat het waard is of moet zijn voor andere lezers.
Eerder dat er nu al pijnlijke achterdocht is omdat de gemeente Weert plannen heeft om het munttheater te vernieuwen voor een luttele som van 30 miljoen. En dat in een tijd dat er bezuinigd moet worden door de gemeentes. Niet verrassend echter dat deze grootheidswaanzin de Weertnaren, wel en niet dialect sprekend, allemaal gaan voelen in hun portemonnee. In ieder geval zal hier over 50 jaar nog wel eens melancholisch aan gedacht worden, zeker weten, nondedjuu.
Marieke van Riet is dan om en om 100 jaar en hopelijk nog in staat nog een artikel vol melancholie te schrijven in het Weertse dialect over een financieel debacle in de jaren 2030/40.
Maar u, oplettende burger, nogmaals bedankt voor uw vertaling.
Ik probeerde het naar het ABN te vertalen maar helaas. Waarschijnlijk is de muntpassage alleen toegankelijk voor dialect lezende en sprekende Weertnaren en niet alle overigen die dit duits klinkende dialect niet beheersen in woord en geschrift. Jammer van het eenzijdige en eenkennige onleesbare artikel. Gelukkig staat op de foto nog ” munttheater vrije uren” vermeldt. Een leermoment voor de schrijfster Marieke van Riet.
Nou ben ik van oorsprong geen Weertenaar, maar ik spreek en lees wel dialect (schrijven doe ik niet aan). Ik begrijp wel wat er staat, maar ik kan er geen kop of staart aan vinden…
Blijft dus de vraag wat de schrijfster van dit stukje proza ons nu wil vertellen…
Nu valt @Tepec toch echt door de mand als azijndrinkend karikatuur. Om op deze manier de Weertenaar te kakken te zetten is wel heel laag. Zelf altijd een mond vol van de bewoners van het AZC, maar zelf ook niet het oorspronkelijk dialect respecteren, muhahahahaha. Wat slecht.
Met een beetje moeite is het prima te volgen. Daar is geen woord Spaans (of Duits) aan. En neem dat aan van een van oorsprong zeker geen Weertenaar of iets wat daar in de buurt komt.
Mijn complimenten, dit heeft u heel goed in woorden uitgedrukt, echt wel.
U schrijft het, ik heb mijn twijfels, begrijpt u wel wat er staat?
Volgens mij komen er steeds meer “Huîlanders” in Weert wonen.
Daar is niets mis mee, dat was 50 jaar geleden ook al, maar er is een verschil.
Vroeger probeerden de nieuwkomers onze mooie taal te begrijpen in de ruimste zin van het woord.
Ik moet denken aan een mooi Stamtäöfelke van Frits zieëliger {nummer 97}, maar dit terzijde.
Meer foto’s bij dit soort verhalen aub! <3