De gemeente Weert begint maandag 28 april met de preventieve bestrijding van de eikenprocessierups. De brandharen van deze rups veroorzaken jeuk, huiduitslag en irritatie aan ogen en luchtwegen. Daarom neemt de gemeente jaarlijks maatregelen om overlast te beperken.
Monitoring gestart in april
Sinds begin april zoeken boomspecialisten naar ‘ei legsels’ van de eikenprocessierups. Dit helpt bepalen wanneer de bestrijding moet starten. De temperatuur en de bladgroei van bomen spelen hierbij een belangrijke rol. Uit de monitoring blijkt dat de omstandigheden nu goed zijn voor bestrijding.
Biologisch middel tegen de eikenprocessierups
De gemeente gebruikt een biologisch middel dat zich hecht aan de bladeren van eikenbomen. De rupsen eten deze bladeren en ontwikkelen zich daardoor niet verder. Zo wordt voorkomen dat ze vervellen en hun brandharen loslaten. Het middel is niet schadelijk voor mensen of dieren.
Waar en wanneer wordt er gespoten?
De bestrijding duurt enkele weken. Door de grote hoeveelheid bomen werkt de gemeente overdag en ’s avonds. De werkzaamheden vinden vooral plaats in de stad en langs populaire wandel- en fietsroutes. Voertuigen van de gemeente zijn ter plekke duidelijk herkenbaar.
Aanpak van overgebleven nesten
Sommige nesten blijven ondanks de preventieve aanpak bestaan. Die worden later weggezogen door specialisten. Eerst komen scholen, zwembaden en andere drukbezochte plekken aan de beurt. Daarna volgen woonwijken en het buitengebied. Op privéterrein bestrijdt de gemeente niet; bewoners kunnen zelf actie ondernemen.
Geen plakstrips of folie gebruiken
De gemeente waarschuwt inwoners om geen plasticfolie of plakstrips rond bomen te wikkelen. Deze methodes helpen niet en kunnen juist meer overlast veroorzaken. Zo raken rupsen gestrest en laten extra brandharen los. Ook kunnen vogels, insecten en vleermuizen vast komen te zitten en sterven.
Inwoners kunnen overlast van de eikenprocessierups melden via de website van de gemeente, onder ‘melding openbare ruimte’.