Celstraf voor Maarheezenaar

112 Cranendonck Regio Reageer 3 min. leestijd

Maarheeze – De rechtbank Oost-Brabant heeft vandaag een 19-jarige man uit Eindhoven veroordeeld voor het plegen van een overval, een poging daartoe en het voorbereiden van een overval. Hij krijgt hiervoor een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Een 21-jarige man uit Maarheeze krijgt voor zijn aandeel in de delicten een celstraf van 365 dagen, waarvan 327 dagen voorwaardelijk en een taakstraf van 240 uur.

De 19-jarige man haalde zijn medeverdachte en een minderjarige jongen over om een overval te plegen op een cafetaria. Hij regelde een bivakmuts en een imitatiewapen en gaf instructies hoe de overval moest gebeuren. De 2 mannen brachten de minderjarige verdachte in oktober naar een cafetaria in Eindhoven en wachtten in een auto op hem. De minderjarige (die vorige week bij de kinderrechter moest verschijnen en nog wacht op zijn vonnis) ging de cafetaria binnen en bedreigde daar een medewerker met het imitatiewapen. Hij ging er zonder buit vandoor.

Diezelfde dag probeerden de verdachten op soortgelijke wijze een ander cafetaria in Eindhoven te overvallen. De minderjarige maakte 120 euro buit uit de kassa en gaf dit bedrag na de overval af aan de 19-jarige man. Weer een paar dagen later zette de 19-jarige man de minderjarige aan om wederom een overval op een cafetaria te plegen. Hier kwam het uiteindelijk niet van, maar de verdachte is wel veroordeeld voor de voorbereiding.

De rechtbank weegt mee dat een gewapende overval voor de slachtoffers een bijzonder traumatische ervaring is. De verdachten hielden met die gevoelens geen rekening toen ze besloten op een gewelddadige manier snel aan geld te willen komen. De 19-jarige had een initiërende en organiserende rol in het geheel. De rechtbank neemt het hem daarnaast zeer kwalijk dat hij daarbij een minderjarige heeft betrokken.

Anderzijds weegt de rechtbank mee dat de verdachten nog betrekkelijk jong zijn en dat zij bereid zijn mee te werken aan een behandeling voor een persoonlijkheidsstoornis (de 19-jarige) en een cognitieve vaardigheidstraining (de 21-jarige). De rechtbank koppelde deze behandelingen als bijzondere voorwaarden aan hun deels voorwaardelijke straf.

Deel dit bericht
Geef reactie