Op de grens tussen Bocholt-Lozen en Weert is de eerste bloeiende krokus langs het Dodendraad-traject gespot. Het is een primeur voor Nederlands en Belgisch Limburg.
Schoolkinderen planten in oktober tussen Breezand aan de Noordzee en het Drielandenpunt bij Vaals samen met vrijwilligers en grensgemeenten een lint aan van meer dan 200.000 krokussen. In het voorjaar markeert dit krokuslint het voormalig traject van de Dodendraad: een dodelijke grensversperring uit de eerste wereldoorlog. De eerste krokus in Weert bloeit aan de grens tussen Weert en Lozen-Bocholt, nabij Grenspaal 167 aan de Zuid-Willemsvaart. De bolletjes zijn eind oktober aan de Kempenstraat geplant door de schoolkinderen van Molenakker in Weert en Lozen. In Stramproy en verderop in Kinrooi en Leudal zijn nog geen witbloeiende krokussen gesignaleerd in de bermen langs de grens.
Vorig jaar was het 100 jaar dat de Eerste Wereldoorlog eindigde. In 1916 richten de Duitsers een elektrische draadversperring op waar 2000 volt op stond. Hiermee dachten de Duitsers dat ze een halt konden toeroepen aan de vlucht van oorlogsvrijwilligers, spionage en de smokkel van allerlei goederen. Omdat stroom voor de meeste mensen nog nagenoeg onbekend was kostte die grensversperring enorm veel levens. De schattingen lopen uiteen van 1000 tot 1600 doden. Tussen Bocholt en Kinrooi vielen in twee jaar tijd maar liefst 36 doden: niet alleen vluchtelingen, smokkelaars en militairen van diverse nationaliteiten, maar ook veel lokale bewoners.
Ter herinnering aan deze dodendraad en het einde van de gruwelijke oorlog gingen leerlingen van basisscholen uit Weert, Bocholt, Stramproy en Leudal op 28 oktober over tot de aanplant van de krokusbolletjes langs delen van deze voormalige dodendraad. In Stramproy gebeurde dat bij de grensovergang bij Hense Koeëb. De 140 leerlingen van de OBS en Montessorischool van Molenakker planten een lint van krokussen aan op de Kempenstraat in Lozen, Bocholt. Deze straat aan de Zuid-Willemsvaart werd hier speciaal voor de Dodendraad door de Duitsers aangelegd. Een net door het kanaal moest voorkomen dat mensen via het kanaal zwemmend België probeerden te ontvluchten.
Naast de vele dodelijke slachtoffers werd bij die aanplant ook stilgestaan bij speciale smokkelpraktijken die te maken hebben met het moerassenlandschap hier. Een speciaal geval, nog niet helemaal opgehelderde geschiedenis is de schapensmokkel van de Weerter Peelpionier Bolle Jan die vlak voor kerst van 1916 via de dodendraad 850 schapen in het moeras van het Wijffelterbroek liet verdwijnen.
Met de aanplant van het krokuslint en de opzet van een langeafstandsfietsroute wil de initiatiefnemer, de stichting Verhalis de herinnering aan de Dodendraad levend houden.