De Vereniging Natuurmonumenten mag van de voorzieningenrechter beginnen met het omvormen van 42,5 hectare aan agrarische percelen in de omgeving van de Laurabossen, de Heltenbosbrug, het Wijffelterbroek, het Stramprooierbroek en de Krang naar bos en natuur.
Twee agrariërs uit de directe omgeving hadden hiertegen beroep ingesteld. Zij vreesden dat hun landbouwpercelen door de schaduw van de bomen en een toename van overwaaiende onkruidzaden en wilde zwijnen minder bruikbaar zouden worden.
De voorzieningenrechter vond echter dat de gemeente Weert voldoende had onderbouwd dat de hinder voor de agrariërs niet onaanvaardbaar zal zijn. De bomen worden op enige afstand van de perceelgrenzen geplant, zodat van schaduwwerking geen sprake zal zijn. Onkruidzaden zijn er juist veel minder door de aanplant van bos en Natuurmonumenten heeft toegezegd dat zij de overlast zoveel mogelijk zal beperken door de perceelranden te maaien.
Een wezenlijke toename van het aantal wilde zwijnen vindt de voorzieningenrechter niet aannemelijk en bovendien zal Natuurmonumenten wildwerende rasters plaatsen.
Wat betreft onkruid. Een oud wethouder zei ooit eens “ook onkruid is een kruid”.
Klopt, onkruid bestaat niet, alleen wordt het zo genoemd als het groeit op plaatsen waar het de mensheid niet welgevallig is.
Kunnen ze mooi die 330 moeraseiken kwijt. En voor die agrariërs hoop ik dat dat maaien van die perceelranden wat vaker gebeurd dan in de Weerter gebieden. Daar is het op veel plaatsen eens per jaar nl in het najaar en dat houdt het woekeren van onkruid echt niet tegen.