Meer water bergen in Limburgse bodem tegen droogte

Algemeen Leudal Maasgouw Nederweert Reageer 3 min. leestijd

De hoge zandgronden in Noord- en Midden Limburg gaan zwaarder gebukt onder droogte dan andere plekken in Limburg. Er valt minder neerslag en ook de geografische ligging en de bodemopbouw zorgt ervoor dat het grondwater hier snel verder wegzakt bij onvoldoende neerslag.

Waterschap Limburg voert samen met onderzoeksprogramma KLIMAP (‘Klimaatadaptatie in de Praktijk’) proeven uit voor onderzoek naar droogtebestrijdingsmaatregelen. In KLIMAP werken verschillende regionale overheden, bedrijven en onderzoeksinstellingen tot eind 2023 met elkaar samen aan de klimaatadaptatie-opgave in de Nederlandse zandgronden. Op onder meer vijf proeflocaties in Noord- en Midden Limburg,  waaronder locaties bij de peelgebieden, wordt nu actief water vastgehouden op agrarische percelen met behulp van de regelbare drainage systemen.

“We moeten water vasthouden in de periodes dat er water is. Op die manier conserveren we water voor de droge periodes en vullen we grondwater aan. Dit experiment levert meer handvatten voor de agrarische sector op, om relatief eenvoudig en tegen lage kosten, een bijdrage te leveren tegen verdroging van natuur- en landbouwgrond in Nederland.” 

Har Frenken (lid dagelijks bestuur Waterschap Limburg)

Extra wateraanvoer en stuwen

Om meer water te kunnen gebruiken voor infiltratie in de bodem, is ook de wateraanvoer in het gebied vergroot. De gebieden in Noord- en Midden-Limburg  en Oost-Brabant zijn voor de waterbeschikbaarheid grotendeels afhankelijk van de wateraanvoer via de Maas.

Via de Noordervaart en Peelkanalen worden Noord- en Midden-Limburg voorzien van extra water. Het water wordt vervolgens door het waterschap vanuit deze kanalen in diverse beken ingelaten. Daarna verdelen stuwen en gemalen het water verder over het gebied. Zo wordt niet alleen het neerslagwater benut om het grondwater gedurende deze periode aan te vullen, maar ook aanvoerwater via de Maas.

Ook werkt het waterschap samen met terreinbeherende organisaties en de agrarische sector, aan overige waterconserveringsmaatregelen. Zoals het plaatsen van extra boerenstuwen bovenop de reeds aanwezige 1500 boerenstuwen in de boerensloten in Noord– en Midden-Limburg.

Toename grondwaterstanden meten

De maatregelen om zo lang mogelijk hoog te stuwen in het gebied en om actief water in te laten via het drainage systeem, moet ervoor zorgen dat de grondwaterstanden hoger worden. De effecten hiervan worden nu in het KLIMAP programma in beeld gebracht.  Daarbij gaat het niet alleen om de hydrologisch effecten, maar ook om de gevolgen voor de bedrijfsvoering van de agrariër.

Hogere grondwaterstanden in het voorjaar zorgen mogelijk voor een latere start van het groeiseizoen, maar mogelijk ook tot een latere en minder grote behoefte aan beregening. De resultaten van de proeven dragen bij aan het zetten van een volgende stap in de ontwikkeling naar klimaatrobuust bodem- en watersysteem voor landbouw en natuur op de hogere zandgronden in Nederland. Een ingericht meetsysteem legt de komende maanden de effecten van de nieuwe proeven vast.

Deel dit bericht
Geef reactie