‘De lichtjes moeten weer branden’

Algemeen Human interest Weert Reageer 6 min. leestijd

De lente, normaal gesproken de start van het kermisseizoen, is door corona ongemerkt voorbijgegaan. Iedereen snapt wat dat doet met de kermisbranche, maar wat doet dit met de kinderen van kermisfamilies? De achttienjarige Roelie Hinzen deelt haar verhaal.

Leven staat stil

Vele kermisfamilies reizen jaarlijks door heel Nederland met hun attracties. Vaak ook in het buitenland. “Voor ons is het heel vreemd om al langer dan een jaar in dezelfde woonplaats aanwezig te zijn”, vertelt Roelie. Coronatijd is niet alleen financieel een beknelling, maar ook sociaal. “Ons leven staat gewoon stil op beide vlakken en dat is vaak heel moeilijk. We missen het vermaak van de mensen. We missen de diversiteit, de vrijheid en de gezelligheid. Naast geen inkomen, staat ons sociale leven op een laag pitje. Het is enorm eenzaam en verdrietig vergeleken met hoe wij normaal leven.”

Familiebedrijf

Al meer dan 100 jaar staat de familie Hinzen op de kermis. Elke generatie heeft de traditie voortgezet. Voor Roelie is de kermis één grote familie. “Natuurlijk is er wel eens een enkeling die iets anders is gaan doen, maar het merendeel is de kermis opgegaan. Kermis is voor ons een van de normaalste dingen in de wereld. Het is een dagelijkse bezigheid. En juist die bezigheid missen wij nu extra. Nu wij niks meer om armen hebben.”

Voor geen goud zou Roelie het kermisleven willen missen. “Ook al zit je er soms echt even doorheen, maak je lange dagen en moet je soms nachten doorhalen om op te bouwen en af te breken. Of reis je van ene naar de andere stad om op tijd paraat te staan om de mensen te vermaken. Ik kan niet wachten tot het seizoen weer begint.”

Rijdende school

Mooie herinneringen heeft Roelie aan de rijdende school. Op de rijdende school krijgen kinderen basisonderwijs. In een school kunnen circa. 20 kinderen, en dat zijn dan kinderen van groep 1 tot groep 8. Wanneer je klaar bent met groep 8 en je naar het voortgezet onderwijs gaat, blijf je achter bij een gastgezin. Soms blijft ook een van de ouders achter. “Bij ons gezin bleef mijn moeder achter. Mijn moeder vond het geen fijn gevoel dat ik bij ‘vreemde’ mensen moest wonen, en ze niet, mocht er wat gaande zijn, binnen 10 minuten bij me kon zijn. ”Soms blijven kinderen bij hun opa of oma achter. Maar dat komt minder voor, omdat de meeste opa’s en oma’s ook nog reizen. In de kermisbranche is geen pensioenleeftijd. Kermisexploitanten reizen tot ze echt niet meer kunnen, en stoppen dan.

Gemis

Roelie vindt het moeilijk om haar familieleden zo in coronatijd te zien. “Het is namelijk niet niets voor ze”. Ook zelf worstelt ze ermee. “Normaal ben ik het gehele seizoen bij mijn ouders op de kermis. Gedurende de dag kwamen vrienden even buurten. Vaak spraken we af om even de stad in te gaan, dan aten we gezellig een broodje met ze alle. Ook het uitgaan is heel divers in alle steden waar we kwamen. Voor ons is kermis heel normaal. We weten niet beter, maar nu ik het al een jaar niet heb, weet ik pas echt wat ik mis.”

Pretpark

Roelie vond het als kind jammer als het seizoen was afgelopen en ze weer naar ‘huis’ gingen. “Voor kinderen is de kermis elke dag een pretpark, je ziet namelijk elke week andere vrienden en attracties. Omdat echt iedereen elkaar kent op de kermis is de toegang voor kinderen van de kermis dan ook gratis. Voor de tieners en de volwassen is het heel hard werken, maar vaak ook heel gezellig buiten de werkuren om. Ik vind het ook heel leuk dat alle ‘kleintjes’ nu bij mij aan de kassa komen vragen of ze een keertje in de attractie mogen. Heerlijk al die vrolijke koppies, en ook heel leuk om te bedenken dat ik dat vroeger als ‘kleintje’ bij hun ouders deed.

Momenteel volgt Roelie 2 MBO-opleidingen. Hierdoor kan ze doordeweeks niet op de kermis zijn. “Maar elk weekend, vrije dagen en vakanties die ik had ging ik met mijn ouders mee, en zat ik in de kassa. Het zijn lange, pittige dagen. Voor mannen is het nog veel intensiever, omdat ze moeten opbouwen, afbreken, de attractie verplaatsen etc.” Maar aan het einde van de rit is het, het allemaal waard.

De kermis is een groot deel van Roelie’s leven. “Ik hoop dat wanneer het weer kan de kermis weer terugkomt zoals het was. Zodat ik weer lekker kan gaan reizen met mijn ouders. Ik iedereen weer ouderwets kan zien en het allerbelangrijkste dat de lichtjes weer gaan branden”.


Dit human-interest verhaal is geschreven door Roelie Hinzen in opdracht van de opleiding Marketing- en Communicatiemedewerker van Gilde Opleidingen.

Deel dit bericht
Geef reactie