Nederweert – Voor het maken van één liter olijfolie heb je ongeveer vier kilo olijven nodig. Inge Smolenaers (26 jaar) uit Nederweert maakte afgelopen jaar van 450 kilo olijven 120 liter extra vierge olijfolie. Zij deed dat ambachtelijk op een boerderij in Spanje (zie foto onderaan dit bericht), waar gewerkt wordt met elementen uit de permacultuur.
Natuur is leidend
“Bij permacultuur ga je uit van natuurlijke systemen. Het houdt zichzelf in stand, zonder al te veel ingrepen”, legt Inge Smolenaers uit. “Niet de mens, maar de natuur is hierbij leidend.” Een goed voorbeeld is een voedselbos. Daar krijgt het ecologisch systeem, het samenspel van bodem, planten, insecten, bomen, vogels en andere dieren, de vrije hand. Ter illustratie vertelt Inge over het planten van bessenstruiken. “Omdat we weten dat de dieren een deel opeten, planten we meer struiken om toch dezelfde hoeveelheid oogst te halen.” Vaak wordt permacultuur gekoppeld aan moestuinen, maar je kan het principe ook toepassen op het ontwerpen van je huis of het aanleggen van infrastructuur.
Geen uitzondering
Wie Inge tien jaar geleden tegenkwam, zag een puber zoals ieder andere puber. “Ik was op luxe gesteld, zelfs een beetje lui en kamperen was niet zo mijn ding.” Toch zag je ook een kind dat vragen stelde en met de wereld bezig was. “Op mijn achtste hoorde ik voor het eerst over klimaatverandering. Ik vroeg me af: “Als we dit weten, waarom doen we er dan niks aan?” En als ze naar het reisprogramma Floortje Dessing naar het einde van de wereld keek, zag ze zichzelf ooit op zo’n plek terechtkomen. “Ik was misschien een voorloper, maar geen uitzondering. Mijn generatie is meer met dit soort dingen bezig.”
Vrijwilligerswerk in het buitenland
Op haar twintigste gaat Inge Smolenaers naar Utrecht om Milieu-maatschappijwetenschappen te studeren. Een studie die dieper ingaat op de wet- en regelgeving en de sociale en ethische aspecten van duurzaamheid. Ze rondt de studie succesvol af, maar valt een beetje in een gat. “Het liefst wil ik werken bij de overheid en projecten uitvoeren rond duurzaamheid en energie besparen.” Als ze terugkomt van een sollicitatiegesprek beseft Inge dat ze geen negen-tot-vijf-baan wil. Ze schrijft zich in bij European Solidarity Corps.
Een subsidieprogramma van de Europese Commissie, die jongeren in staat stelt vrijwilligerswerk te doen in een ander land. Inge wil naar IJsland, maar tijdens een informatiebijeenkomst komt ze iemand tegen die aangeeft dat ze uitermate geschikt is voor het project Boodaville in Spanje. Inge’s interesse is gewekt. “Het was de eerste keer dat ik over permacultuur hoorde. Als student had ik een moestuintje en kweekte ik kruiden. Maar dat was het dan wel.”
Composttoilet
Inge gaat het avontuur aan en vertrekt naar Boodaville, een uur rijden vanaf Salou het Spaanse binnenland in. “Ik vond het heel spannend en sprak geen woord Spaans.” Daar treft ze jongeren uit onder andere Griekenland, Argentinië en Hongarije. Samen wonen ze in een klein en oud huis in de middle of nowhere. Het dichtstbijzijnde dorp, waar het kantoortje stond, was een half uur fietsen. “Het was vreselijk wennen om te leven met minder ‘luxe’ en je aan te passen aan het tempo van de natuur.” De eerste maand was Inge verantwoordelijk voor het watersysteem. Ze heeft het gerepareerd en uitgebreid.
Verder ontdekt Inge de voordelen van een composttoilet. “Het is maar hoe je ernaar kijkt. Urine is heel vruchtbaar door de stikstof die erin zit. Als je twee jaar later de compostkist opent, is het gewoon zand geworden.” Inge vult haar dagen met buitenwerk en leert bijvoorbeeld hoe je met zaagsel voorkomt dat planten door de zon verschroeien. Verder ontmoet ze veel mensen die anders in het leven staan. “Je perspectief verandert. We gaan er maar vanuit dat we recht op iets hebben. Dat alles er altijd is. Maar achter producten zit zoveel werk. Dat gevoel zijn we kwijtgeraakt in onze consumptiemaatschappij.”
Droombaan
Na negen maanden keert Inge begin 2020 terug naar Nederweert. Corona treft ook Nederland en de grenzen gaan dicht. In 2021 werkt Inge als duurzaamheidscoördinator bij de zorgorganisatie Land van Horne. “Een droombaan, het paste helemaal bij mijn studie.” Inge houdt zich onder andere bezig met de duurzaamheidseisen voor de gebouwen en zorg. Toch besluit ze na een half jaar te stoppen. “Ik heb het met heel veel plezier gedaan, maar het is niet mijn leven. Ik wil buiten zijn en zelf iets produceren.”
Toekomst
Eind 2021 gaat Inge voor onbepaalde tijd terug naar Spanje, waar een vriendin een stuk grond heeft gekocht. Samen runnen ze een biologische boerderij, gebaseerd op permacultuur en zelfvoorzienend. Ze hebben eigen amandelen, maken zelf wijn en olijfolie en verkopen kruiden. “Alles wat we hebben, hebben we te danken aan de natuur.” Inge heeft geen spijt van haar keuze. “Ik ben blij dat ik de tijd neem om me deze levensstijl eigen te maken én gun iedereen een kans om te ervaren of het bij je past.” Naast haar werk op de boerderij heeft ze een digitaal bijbaantje als vertaalster en is ze informatieve boeken en een roman aan het schrijven. Hoe haar toekomst eruit ziet weet ze niet, maar ze heeft plannen te over. Zo wil ze ooit zelf een stuk land kopen, er een huis van stro en leem bouwen, cursussen permacultuur volgen en geven, leren over de wilde bij, zelf kleren leren naaien, wasbaar maandverband maken en nog veel meer. En de Nederweertse roots? “Die zijn belangrijk. Ik weet dat ik geluk heb en dat ik altijd terug kan vallen op mijn familie als het nodig mocht zijn.”
Een bijdrage van Arjanne van Voorst
Echt schoeën om zoo in de wereld te staon. Mer kunne we zoo alle minse op de wêrruldj genôg te ete geve?
Hoe kan iemand met BOOS hierop reageren?