‘Boer zijn heeft mij dierbare ervaringen in het leven gebracht’

Algemeen Human interest Weert Reageer 8 min. leestijd

De familie Koppen – Versteegen heeft vleesvarkens en akker-vollegrond tuinbouw in het buitengebied van Tungelroy. Hun boerderij is nog nét het laatste huis van het dorp, de buren wonen in Stramproy. Voor vader Jac past dit leven voor 100 procent bij hem als persoon: “Ik houd van de vrijheid die ik als boer heb.”

De boerderij is al jaren in de familie, en tot nu toe telkens van vader op zoon doorgegeven. Jac´s opa begon vele jaren geleden op deze plek met het houden van koeien, varkens, kippen en akkerbouw, zoals suikerbieten. Op een gegeven moment maakten zijn opa en oma plaats voor hun zoon, Jac´s vader, en verhuisden met hun andere zoon (Jac’s oom) naar de overkant, waar ze in een weide naast huis koeien hielden. “Mijn vader hielp mijn oom met de koeien, mijn moeder verzorgde de kippen”, vertelt Jac. Mijn moeder raapte de eieren, dat was niet al te zwaar werk. Bij haar stroomde het geld binnen, terwijl mijn vader zich helemaal het schompes werkte en weinig verdiende”, lacht Jac. “Toen de weidegrond ook nog eens ongeschikt bleek, is er afscheid genomen van de koeien. Momenteel hebben we nog steeds wat we toen ook hadden; vleesvarkens en akkerbouw.” 

De ontmoeting

Jac en Ingrid leerden elkaar in de kroeg in Stramproy kennen toen ze een jaar of 18/19 waren. “Ingrid bleek 700 meter bij mij vandaan te wonen, maar tot dan hadden wij elkaar nog nooit gezien”, vertelt Jac. “Die kant ging je gewoon niet snel op en daarnaast gingen we naar verschillende lagere scholen. Mijn werk en leven speelde zich vooral af in Tungelroy en dat van haar in Stramproy.”

Ingrid groeide zelf niet op een boerderij op, maar woonde wel in het buitengebied. “We hebben vroeger wel aspergevelden om het huis gehad”, vertelt ze. “En ik was gewend om niet met vriendjes of vriendinnetjes uit het dorp te spelen, maar met mijn neefjes en nichtjes omdat we niet in het dorp woonden.” 

Het stel had nog maar nét verkering, toen Jac’s ouders een huis in het dorp kochten, met de verwachting dat het stel in de boerderij zou trekken. “Daarvoor was de liefde nog veel te pril”, lacht Jac. “Gelukkig zijn ze zelf nog een paar jaar op de boerderij blijven wonen en hebben ze het huis in het dorp verhuurd totdat wij gingen trouwen. Toen hebben ze stel op sprong pas op de plaats gemaakt.”  

Voor Jac was het altijd al duidelijk dat hij in de voetsporen van zijn pa en opa zou treden. “Ik had twee zussen zonder interesse om het bedrijf over te nemen. Ik wel, dus dat kwam goed uit.” Jac rondde de middelbare landbouwschool in Roermond (MAS) af en nadat hij het maatschap afsloot bij zijn pa in 1994, nam hij afscheid van de kippen, zodat hij zich volop kon richten op de vleesvarkens en akkerbouw.  

Ook heeft hij nog een tijd met zijn oom de koeien verzorgd. Jac melkte de dieren maar liefst 24 jaar lang. “Hij had de lasten, ik de lusten”, zegt hij lachend.  Achteraf bekeken heb ik dat wel erg lang gedaan. Na mijn ooms’ overlijden in 2015 ben ik er mee gestopt en hebben we alle koeien weggedaan.” 

Gezin

Jac en Ingrid hebben drie kinderen gekregen. Koen is inmiddels 24 jaar en werkt als controller, Minke (22) werkt als lerares en Remco (19) studeert mechatronica. Volgens Ingrid helpen de kinderen vaker met klusjes rondom het huis, waarvan eentje overduidelijk de favoriet is. “Ze houden van het rijden op de tractor. Als werk met de tractor moet worden verricht, staan ze te erom te springen. Maar het verzorgen van de varkens, dat vindt niemand van hen leuk. En dat is een groot onderdeel van het bedrijf.” Tot nu toe heeft geen van allen interesse om het bedrijf als vierde generatie over te nemen. Alleen bij Remco kriebelt het ergens een klein beetje. “Maar zolang er geen grote passie is om het bedrijf over te nemen, doen we het niet”, zegt Ingrid. “Want dan zouden we eerst veel geld moeten investeren, met het oog op de stikstofproblematiek. Dus alleen als ze het zeker weten jarenlang met plezier aan de slag willen in het bedrijf, staan we ervoor open.”

Quality time

Zeven dagen per week werken is niet voor iedereen weggelegd, maar Jac heeft er op zijn eigen boerderij geen problemen mee. “Ik houd van de vrijheid die ik als boer heb. Het niet hoeven werken voor een baas en nooit in de file moeten staan, waardeer ik erg. Hoewel het hard werken is, heeft boer zijn mij dierbare ervaringen in het leven gebracht. Zo heb ik mijn kinderen elke dag zien opgroeien, dat neemt niemand mij meer af.”

Als ze dan eens vrije tijd hebben, gaat het gezin graag naar het buitenland op vakantie. “Vroeger gingen we twee keer per jaar een midweek naar Center Parcs met de kinderen”, zegt Ingrid. “Maar de laatste jaren zijn we naar het buitenland gegaan, zoals Tenerife en Kroatië. Inmiddels gaat de kroost niet meer mee. Dat is handig, zij passen op het bedrijf en houden de varkens in de gaten. We maken dan gezamenlijk een schema en ze bellen ons alleen in noodgevallen.”

Het koppel gaat ook graag op elektrische fietsvakanties in Nederland. “Na een paar dagen in een stad rondslenteren, willen we alweer graag genieten van de natuur en dan gaan we lekker fietsen. De knooppuntroutes zijn enorm handig. Ook gaan we graag wandelen met onze bordercollie Tess, die we sinds een jaar hebben. Het is de hond waar twee van onze kinderen zo om gesmeekt hebben en beloofden ‘elke dag vroeg op te staan om ermee te wandelen’. We weten allemaal hoe dat afloopt”, lacht ze. “Maar we zijn er wel heel blij mee en ze is inmiddels een onmisbaar onderdeel van het gezin.”

Boeren van Weert

Dit artikel maakt deel uit van een reeks over de Boeren van Weert. Dit is een initiatief van lokale Weerter landbouwers en veetelers die graag willen laten zien wie zij zijn, wat ze doen en hoe ze maatschappelijke uitdagingen ombuigen in kansen. Meer informatie: www.boerenvanweert.nl.

Deel dit bericht
Geef reactie