Nu de inflatie ongekend hoog is en steeds meer gezinnen en bedrijven in de problemen dreigen te komen door de hoge energieprijzen, stelt het kabinet een tijdelijk prijsplafond voor gas en elektriciteit voor. Doel is hoognodige verlichting voor de energierekening te bieden.
Alles is er op gericht om zo snel als mogelijk is een prijsplafond in te stellen voor energie. Het betreft een tijdelijke maatregel die op 1 januari 2023 moet ingaan en tot het einde van het jaar doorloopt. Maar vanaf 1 november dit jaar is al verlichting mogelijk met een tussenvariant waarbij een prijsplafond wordt gesimuleerd en termijnbedragen worden verlaagd.
Het kabinet wil alle huishoudens helpen. Daarbij is de inzet dat minimaal de helft van de huishoudens volledig onder het prijsplafond valt als zij blijvend energie besparen. Er wordt een volumegrens voorgesteld van 1200m3 voor gas en 2400KWh voor elektra.
Wat betreft prijs wordt gedacht aan een prijsplafond van maximaal 1,50 euro voor gas en 70 cent voor elektra. Mocht de ontwikkeling van de prijs uiteindelijk meevallen voor vaststelling van het plafond later deze maand, dan kunnen de plafonds nog worden verlaagd. Voor gas geldt dat het plafond maximaal verlaagd wordt tot 1,20 euro per kuub. De korting die een gemiddeld huishouden krijgt, omgeven met onzekerheden, is 2280 euro op jaarbasis.
Iedereen die meer betaalt dan het prijsplafond profiteert van een vastgesteld tarief. Door de volumegrens blijft de prikkel om energie te besparen aanwezig. Dat blijft belangrijk omdat er nog steeds minder gas beschikbaar is in Europa dan in voorgaande jaren. Voor een verbruik dat hoger is dan het plafond afdekt, moet wel de geldende marktprijs worden betaald.
Een voor volgend jaar voorgestelde verlaging van de energiebelasting gaat niet door wanneer het prijsplafond een feit is. Voordeel van een plafond is dat consumenten duidelijkheid hebben wat zij kwijt zijn aan hun energierekening bij een normaal of gemiddeld verbruik.
Uitwerking
Het verder uitwerken van de precieze details van een prijsplafond heeft de hoogste prioriteit van het kabinet en daarvoor is het in overleg met onder andere energiebedrijven en sociale partners.
Het kabinet zet in op meer maatregelen om burgers meer zekerheid te bieden en ervoor te zorgen dat mensen hun rekening kunnen blijven betalen. Gemeenten krijgen de mogelijkheid om een deel (500 euro) van de energietoelage die voor volgend jaar was voorzien al dit jaar uit te keren, bovenop de 1300 euro die voor 2022 al was voorzien voor sociale minima.
Gemeenten krijgen daarnaast aanvullende middelen van het kabinet om mensen met geldzorgen snel hulp te kunnen bieden. Ook heeft het kabinet met energieleveranciers besproken dat er weer vaste contracten worden aangeboden in 2023.
Noodfonds
Verder komt er een gezamenlijk noodfonds van de overheid en energieleveranciers waarmee moet worden voorkomen dat kwetsbare huishoudens met een betalingsachterstand te grote schulden opbouwen. Mensen moeten perspectief houden op een schuldenvrije toekomst. Daarom moet de gemeentelijke schuldhulpverlening hen hulp kunnen (blijven) bieden. Het kabinet wil zoveel mogelijk voorkomen dat schuldregelingen worden opgezegd wanneer mensen niet langer aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen.
Ook bedrijven worden geconfronteerd met hoge energiekosten. Het tijdelijke prijsplafond zal ook gelden voor ondernemers die recht hebben op de belastingvermindering in de energiebelasting. Daarnaast wil het kabinet bedrijven helpen met liquiditeitsverstrekking en verduurzaming zodat zij beter zijn toegerust op de toekomst, door extra geld beschikbaar te stellen voor diverse groene aftrekposten. Verder is het kabinet bezig met de uitwerking van een specifiek pakket met ondersteuning voor het energie-intensieve mkb.
Kosten
De exacte kosten die een prijsplafond met zich meebrengt zijn onderdeel van nadere uitwerking. De verdere ontwikkeling van de energieprijs en het huishoudelijke energieverbruik zijn onder andere bepalend voor de kosten voor de overheid. Een reservering van 5,4 miljard euro in de Miljoenennota voor de verlaging van de energiebelasting wordt in eerste instantie aangewend.
Verder heeft de Europese Commissie voorstellen gedaan voor een inframarginale heffing waarbij overwinsten kunnen worden afgeroomd, naast een solidariteitsbijdrage van energieproducenten. Wat de opbrengsten hiervan precies kunnen zijn is nog niet duidelijk. Indien de opbrengsten onvoldoende zullen zijn, zal de resterende dekking in het voorjaar verder worden ingevuld.