Van 5 tot en met 16 december oefent Defensie boven een groot deel van Nederland. Er vliegen twee C-130 Hercules-transportvliegtuigen laag van en naar oefengebieden in Nederland en België. Ze droppen parachutisten en pakketen. De oefening heet Orange Bull.
De vliegtuigen maken gebruik van Vliegbasis Eindhoven en vliegen richting het Belgische Hechtel. Dat betekent dat ook inwoners van Cranendonck en Weert geluidshinder kunnen ondervinden.
Vliegtijden
Tijdens de oefening vertrekken drie keer per dag twee transportvliegtuigen vanaf Vliegbasis Eindhoven. Ze vliegen ook ‘s avonds zodat de vliegtuigbemanning het vliegen met nachtzichtapparatuur kan trainen. Dat kan alleen als het goed donker is.
De vliegtijden zijn:
- 9.00 – 11.00 uur
- 13.00 – 16.00 uur
- 19.00 – 22.00 uur
Waarom deze oefening?
De eerste hoofdtaak van Defensie is het verdedigen van het Nederlands grondgebied en dat van bondgenoten. Daarvoor moeten eenheden getraind zijn. Altijd paraat om te vechten onder oorlogsomstandigheden. De Russische invasie van Oekraïne maakt dicht bij huis duidelijk hoe belangrijk dat is. En dat veiligheid en vrijheid niet vanzelfsprekend zijn, aldus Defensie.
Militaire transportvliegtuigen brengen mensen en materieel naar locaties waar ze nodig zijn, voor militaire missies en humanitaire hulpverlening. De C-130 Hercules-transportvliegtuigen kunnen landen op locaties waar andere vliegtuigen niet kunnen komen, bijvoorbeeld op een grasveld of woestijnvlakte. En als landen te gevaarlijk is, droppen ze mensen en materieel met een parachute. De transportvliegtuigen vliegen dan laag zodat de bemanning goed zicht heeft. En ook om zelf minder zichtbaar te zijn voor vijandelijke radars.
