Woensdag maakte Cathelijne Broers, directeur Prins Bernhard Cultuurfonds, in radioprogramma Villa VdB op Radio 1 bekend dat het fonds nog dit jaar een extra investering van twee miljoen euro aan 65 poppodia gaat doen. Ook De Bosuil mag rekenen op extra financiële steun.
“Poppodia zijn bij uitstek plekken waar cultuur jongeren bereikt. Én het zijn essentiële broedplaatsen voor jonge makers en nieuwe muziekstromingen. Super belangrijk dus om ze extra te ondersteunen. De zalen moeten vol, muzikanten moeten spelen en jongeren dansen!”, aldus Broers.
Grote uitdagingen voor poppodia
Het Cultuurfonds constateert dat er voortdurend grote uitdagingen zijn voor de cultuursector: de inflatie, stijgende energiekosten, de nasleep van de corona-maatregelen en achterblijvende publieksaantallen. De poppodia worden daarbij extra hard geraakt omdat ze voor een groot deel afhankelijk zijn van ticket- en merchandise-inkomsten. Te lang een halfvolle zaal kan hen de kop kosten.
Minder kaartjes
De 65 poppodia die in aanmerking komen zijn de bij de VNPF (Vereniging Nederlandse Poppodia en -Festivals) aangesloten poppodia, waaronder ook De Bosuil in Weert.
De belangenbehartiger van de poppodia en festivals beschrijft in de update van hun rapport ‘Poppodia en Festivals in Cijfers’ hoe de negatieve effecten van de pandemie in het najaar van 2022 nog steeds aanwezig zijn. Hoge werkdruk door personeelstekorten, hoog ziekteverzuim door de nog heersende COVID en verplaatste concerten waarbij een deel van het publiek niet komt opdagen hebben een negatief effect op de eigen inkomsten.
Kostenstijgingen treffen de exploitatie hard en de hogere lasten worden niet gecompenseerd met het indexeren van gemeentelijke subsidies. Daarnaast koopt het publiek minder kaartjes door de inflatie.
Publiek & experiment
Om de bovengenoemde redenen ontvangst De Bosuil 30.000 euro van het Cultuurfonds. In te zetten voor (marketing) initiatieven om het verloren publiek terug te winnen en/of jonge experimentele makers te kunnen blijven programmeren.