Met bijna veertig dienstjaren op de teller is hij nauwelijks weg te denken bij het 75 jaar oude RICK. Mede onder leiding van Jan van Dongen (63) groeide de Streekmuziekschool Weert van weleer uit tot het kunstencentrum van vandaag. De professionele cultuurpartner die mensen overal en in elke fase van het leven in beweging brengt. “Ik ben trots op wat we teweegbrengen in het onderwijs en de maatschappij. Kunst maakt de samenleving zóveel mooier.”
Zijn voorliefde voor klassiek kent geen grenzen. Jan van Dongen ademt muziek. “Als ik muziek hoor, ga ik automatisch luisteren. En dan bedoel ik écht luisteren; analyseren en verbindingen leggen. Daar ga ik volledig in op, ik kan daar niets anders bij hebben. Dat is ook de reden waarom ik nooit muziek luister in de auto. Anders vergeet ik gas te geven.”
Ook bij RICK werd hij de afgelopen jaren met grote regelmaat geraakt. Bijvoorbeeld door de ‘Coronamonologen’, een kunstproject voor inwoners van Cranendonck die ongenadig hard werden getroffen door de coronapandemie. Persoonlijke verhalen over verlies, rouw, eenzaamheid, economische malaise en overbelasting van de zorg werden gebundeld in een theatervoorstelling, een podcast en een boek. “Dit project bracht mensen tot elkaar. Het hielp mee om tegenstellingen te overbruggen en samen het emotionele leed te verwerken. Dát is wat kunst doet. In één woord: fantastisch!”
Een frisse wind
Opgegroeid in een muzikaal nest in Someren ging Jan eind jaren zestig als jonge pianist in de leer bij Annemie van Dooren op de toenmalige Streekmuziekschool Weert. In 1984 – 24 jaar jong en het conservatoriumdiploma binnen handbereik – keerde de Brabander er terug als pianodocent. Voor leerlingen viel er in die tijd nog weinig te genieten bij het bespelen van een instrument. Het examen was heilig; het muziekonderwijs draaide vooral om theorie en speeldiscipline.
De komst van Jan van Dongen en collega-docent Rita Scheffers zorgde voor een frisse wind. Het speelplezier kwam voorop te staan. Er kwam ruimte voor eigen inbreng. En voor samenspel. “Muziek maak je immers samen”, zo verklaart Jan die ommezwaai. “Samen spelen is niet alleen veel leuker, je ontwikkelt er ook belangrijke sociale vaardigheden mee. Samenwerken, rekening houden met elkaar en verantwoording nemen voor je eigen rol. En als je met anderen optreedt, geniet je ook als groep van het succes. Hoe mooi is dat”, vertelt Jan die als pianodocent bij RICK vele bijzondere talenten naar een beroepsopleiding begeleidde. “Die professionele coaching van jong, gemotiveerd talent maakt RICK onderscheidend en is voor docenten bovendien erg prettig om te doen.”
Ruimte voor vernieuwing
Na de eeuwwisseling kwamen de veranderingen in een stroomversnelling. Streekmuziekschool Weert fuseerde tot Academie voor Muziek en Dans en niet veel later tot RICK. Voor pianodocent Jan reden om ook zijn management- en innovatietalent aan te boren. Mede onder zijn bezielende leiding breidde het amateurkunstaanbod fors uit.
Ook op andere terreinen kwam er ruimte voor vernieuwing. Als manager amateurkunst en projectleider innovatie en sociaal domein bouwde Jan van Dongen mee aan het kunstencentrum zoals we dat nu kennen. Een veelzijdige cultuurpartner met stevige wortels in het onderwijs én het sociaal domein. “Cultuureducatie heeft een vaste plek gekregen op school en wordt zoveel mogelijk afgestemd op de behoeften van het kind. Ook hier is het aanbod ondergeschikt geworden aan de vraag. Er is veel meer ruimte voor eigen inbreng. We maken kunst leuk en laagdrempelig. Door de inzet van cultuurmeesters brengen we de kwaliteit bovendien naar een hoger niveau.”
RICK als pionier
RICK zoekt actief de verbinding met de maatschappij. Met de zorg, de wijk en de arbeidsmarkt bijvoorbeeld. Kunst wordt ingezet om mensen bij elkaar te brengen en te laten groeien. Om emoties te verwerken, moeilijke vraagstukken inzichtelijk te maken of om een lichtje te brengen in de duisternis. “Bijvoorbeeld voor ouderen met dementie en hun mantelzorgers. Het is prachtig om te zien wat muziek en dans bij deze mensen losmaakt, hoe kunst helpt om de zorg soepeler te laten verlopen”, vertelt Jan. “Waar mogelijk proberen we via kunst het onderwijs met de samenleving te verbinden. Dat leidt tot prachtige projecten, zoals Vlaggen voor Vrijheid waarbij we kinderen ervan bewust maken hoe waardevol het leven in vrijheid is. Leerlingen van de basisschool voor wie oorlog een abstract begrip is, maken kennis met en luisteren naar de verhalen van ouderen en vluchtelingen die het verlies van vrijheid meemaakten. Met de kennis en ervaring die de leerlingen hiermee opdoen, maken ze vervolgens zelf een kunstwerk.”
RICK is een pionier in het versterken van het maatschappelijk bewustzijn. Het kunstencentrum ziet en benut steeds meer kansen om kunst met het sociaal domein te verbinden. Jan illustreert: “Samen met onze maatschappelijke partners zijn we vorig jaar gestart met Cultuurinslag, een platform voor kunstenaars die met sociaalartistieke projecten het verschil willen maken in hun leefomgeving. Met twaalf creatieve geesten uit Noord- en Midden-Limburg bouwen we aan een ‘community of practice’, een lerende gemeenschap die onderzoekt hoe we kunst zo goed mogelijk kunnen inzetten bij maatschappelijke vraagstukken. Donderdagmiddag 8 juni worden de projecten tijdens een afsluitende boottocht over de Maas gepresenteerd.”
De missie gaat door
Jan van Dongen voelt zich bevoorrecht dat hij aan innovaties bij RICK mag meebouwen. “Nog teveel mensen vinden kunst ‘leuk’, maar niet essentieel en dus ook geen taak van de overheid. Ik zie dat anders. Het is de taak van de overheid om voor een leefbare samenleving te zorgen. Kunst speelt daarin een belangrijke rol. Ze maakt de samenleving zoveel mooier. Die schoonheid zit niet alleen in een mooi muziekstuk, dans of schilderij, maar ook in de manier hoe we met elkaar omgaan. Kunst zorgt ervoor dat we met elkaar in gesprek blijven over de thema’s die er toe doen. Zeker in de tijd waarin we nu leven is dat van belang. Hoewel dat besef bij steeds meer mensen begint door te dringen, zijn we nog bij lange na niet klaar. Er is nog heel veel missiewerk te doen.”
Een tekstuele bijdrage van Bas Poell